Marijke van Duin

Verslag COP 27

Dweilen met de kraan open – dat is de titel van mijn verslag van de laatstgehouden VN-klimaattop in Sharm-el-Sheikh, november 2022:

Dweilen met de kraan open

De 27e ronde van de VN-klimaatonderhandelingen, 6-20 november 2022 in het Egyptische Sharm-el-Sheikh, werd ruim anderhalf etmaal later dan gepland afgesloten. Wat heeft de top opgeleverd?

1. Fonds voor klimaatschade

Na dertig jaar beleefd vragen, benadrukken en tenslotte schreeuwend eisen, is eindelijk gehoor gegeven aan de noden van de slachtoffers van klimaatverandering. Althans op papier. Er komt een fonds voor schade en verlies, in klimaatjargon Loss & Damage, voor klimaatslachtoffers in arme landen. Maar het hoe, wat en hoeveel moet nog worden uitgewerkt en dat belooft vuurwerk, in elk geval voor komend jaar. Want wie moet betalen, hoeveel en op welke manier? En wie mag aanspraak maken op steun uit het fonds? Een speciale commissie gaat dat volgend jaar uitzoeken, en brengt rapport uit aan COP 28. Een heet hangijzer is of China en landen als Singapore en Qatar zullen moeten gaan bijdragen. Ook zal uitgewerkt moeten worden welke landen ‘kwetsbaar’ – in klimaatjargon ‘vulnerable’ – genoeg zijn om aanspraak te kunnen maken op financiële steun uit het fonds. De rijke landen, die als eerste zullen moeten betalen, gaan bekijken uit welke bronnen het geld gehaald kan worden: publiek geld, verzekeringsconstructies, privaat geld, schuldenkwijtschelding, belastingen – bijvoorbeeld op fossiele brandstoffen, scheep- en luchtvaart.

Dat het fonds er eindelijk komt is deels te danken aan de Nederlander Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Commissie, die een belangrijke brugfunctie tijdens de onderhandelingen heeft vervuld. De EU ging als eerste blok van rijke landen akkoord, na aanvankelijk verzet van de Verenigde Staten, en kwam samen met 134 (ontwikkelings)landen met een compromisvoorstel dat uiteindelijk werd aangenomen door de voltallige vergadering. Een historisch moment. Maar voor juichen is het veel te vroeg: er zit nog geen dollar in het fonds, en alle eerdere beloften voor klimaatgeld via diverse andere fondsen zijn nog steeds niet nagekomen. Dus of het bij een morele, papieren overwinning blijft of daadwerkelijk iets gaat opleveren, zal moeten blijken. Wel werd het Santiago Network, dat technische ondersteuning moet bieden, verder opgetuigd. En een al eerder aangekondigd Duits verzekeringsinitiatief, het Global Protection Shield voor klimaatslachtoffers, werd gelanceerd.

2. Houdini-act fossiele sector

Iedereen met basale kennis van klimaatverandering weet dat we zo snel mogelijk moeten stoppen met de winning en het gebruik van fossiele brandstoffen: steen- en bruinkool, olie en gas. Vorig jaar in Glasgow werd daartoe een voorzichtige aanzet gegeven met de afspraak het gebruik van ‘vuile’ kolen terug te dringen. In Egypte is keihard gevochten om die afspraak aan te scherpen. Meer dan 80 landen onder leiding van India hebben hun uiterste best gedaan om het uitfaseren van alle fossiele brandstoffen in de slottekst te krijgen. Dat is niet gelukt, met ‘dank’ aan gastland Egypte dat openlijk gasdeals sloot tijdens de top, en de meer dan 600 lobbyisten uit de fossiele sector, een recordaantal. De slottekst promoot weliswaar duurzame energie, maar ook energie met ‘lage emissies’. Dat zet de deur open voor gas en ‘schone’ fossiele energie waarbij tijdens de winning en productie CO2 wordt afgevangen en opgeslagen: een duur, zeer inefficiënt en nauwelijks getest procedé (CCS: carbon capture and storage). Bovendien vindt de CO2-uitstoot voor 80 à 90% plaats tijdens het eindgebruik van fossiele brandstoffen. Met andere woorden: ‘schone’ fossiele energie bestaat niet.

Door het buiten schot blijven van de fossiele sector raakt het doel van maximaal 1.5°C gemiddelde opwarming snel uit zicht. Met veel pijn en moeite is dat doel weliswaar bekrachtigd in de slottekst, maar dat dreigt nu snel zijn realiteitswaarde te verliezen. Volgens klimaatwetenschappers hebben we nog maar een paar jaar om het tij te keren. De werkelijkheid is echter dat de investeringsplannen van de fossiele sector voor nieuwe gas- en oliewinning de komende acht jaar bijna $ 1 biljard bedragen, en dat in het volle besef dat maximaal 1.5°C opwarming dan niet meer haalbaar is. De plannen zijn dan ook volstrekt incompatibel met de aanbevelingen van de IEA (International Energy Agency) om per direct te stoppen met investeren in fossiel en nul uitstoot per 2050 te bereiken. Helaas laten ook landen zelf zich niet onbetuigd: sinds de aanname van het Parijse Klimaatakkoord (2015) hebben de G20 landen jaarlijks meer dan $ 77 miljard geïnvesteerd in fossiel. Dat is het drievoudige van hun investeringen in duurzame energie.

Veel rijke landen, ook Nederland, zijn onder verwijzing naar de oorlog in Oekraïne naarstig op zoek naar met name gas. Daarbij wordt vooral naar Afrika gekeken: het grootste doelgebied voor fossiele investeringen. Maar de klimaatbeweging daar ziet dat helemaal niet zitten. Voor solide ontwikkeling van de Afrikaanse landen moet juist worden geïnvesteerd in duurzame energie: het Afrikaanse continent is van alle continenten het meest geschikt voor de opwekking van zonne-energie. Maar wie betaalt, bepaalt – ook in Afrika wordt nu een CO2-markt opgetuigd. Theoretisch kan zo’n markt helpen de uitstoot terug te dringen. De afspraken in Egypte over CO2-handel zullen daarbij echter niet helpen: er is geen garantie dat verhandelde emissierechten niet dubbel meegeteld worden (zowel door de verkoper als de koper) wat greenwashing in de hand werkt. Bovendien blijven bilaterale afspraken geheim en wordt controle dus moeilijk.

Om de terugdringing van CO2-uitstoot toch een duwtje te geven werd een werkplan opgesteld: het Mitigation Work Programme dat tot 2026 zal lopen. De afspraak in Glasgow voor het aanleveren van ambitieuzere NDCs (nationale plannen voor terugdringing van de uitstoot) is namelijk maar door een handjevol landen nagekomen. De onderhandelingen over het MWP verliepen uiterst moeizaam. De rijke én arme landen wilden een proces met duidelijke doelen en tijdlijnen, lopend tot 2030. Dan moet namelijk de mondiale uitstoot met zo’n 45% gedaald zijn om nog enig zicht te houden op maximaal 1.5°C opwarming. De landen in transitie, in jargon ‘emerging economies’, wilden dat pertinent niet. Denk aan landen als China en Saudi-Arabië. Zij eisten ruimte om verder te groeien, mét gebruik van fossiele energie. Het compromis dat gesloten werd is uiterst zwak: er worden geen nieuwe doelen gesteld en alles wat afgesproken wordt is vrijblijvend. Een levensgrote gemiste kans en een duidelijk teken aan de wand: economische groei wordt nog steeds verbonden met het gebruik van fossiele energie. Bovendien nemen overheden nog steeds geen directe verantwoordelijkheid en laten veel aan het bedrijfsleven over.

Dat bleek ook uit de zgn. Breakthrough Agenda, gepresenteerd door 45 wereldleiders: een internationaal raamwerk waarin overheden en bedrijfsleven gezamenlijk optrekken om de emissies van de grootste vervuilende sectoren terug te dringen. Hieronder vallen o.a. de scheepvaart, cement- en farmaceutische industrie, ict (energiegebruik), mobiliteit, het verwijderen van CO2 uit de atmosfeer en (de bescherming van) mangrovebossen. Daarnaast werd een heel scala aan kleinere coalities en samenwerkingsverbanden gelanceerd.

3. Adaptatie en weerbaarheid

Klimaatverandering is een realiteit waaraan alle landen zich aan zullen moeten passen, de meest kwetsbare als eerste. Om die reden wordt al enkele jaren gewerkt aan een mondiaal adaptatiedoel (Global Goal on Adaptation). De onderhandelingen daarover brachten weinig voortgang. Wel werd de Sharm El Sheik Adaptation Agenda gelanceerd, die de weerbaarheid van 4 miljard mensen in de meest kwetsbare gebieden moet verbeteren. Het is het eerste mondiale initiatief waarin publieke en private sectoren samenwerken om dertig adaptatiedoelen in vijf belangrijke sectoren te behalen.

Een eerder gedane belofte voor verdubbeling van de bijdragen aan het Adaptatie Fonds wordt al jaren niet gehonoreerd; ook ditmaal niet. Dat brengt de opstelling en uitvoering van NAPs (nationale adaptatieplannen) in gevaar. Veel ontwikkelingslanden klaagden hierover. Aangezien Nederland het Global Centre on Adaptation huisvest (in Rotterdam) en samenwerkt met Afrikaanse landen, kon een gebaar niet uitblijven: Nederland zegde € 110 miljoen toe voor het Africa Adaptation Acceleration Program. Ook introduceerde Nederland de Champions Group for Deltas and Coastal Zones, bedoeld om samenwerking te bevorderen tussen landen op het gebied van duurzaam management van (kwetsbare) kustgebieden.

Onder adaptatie valt ook klimaatweerbaarheid, in klimaatjargon ‘resilience’. Om die te versterken is er de Race to Resilience, een initiatief van de VN, en vergelijkbaar met de Race to Zero: nul uitstoot in 2050. Voor de Race to Zero heeft de International Organisation for Standardization (ISO) een serie richtlijnen opgesteld voor diverse implementatieniveaus. In het kader van de Race to Resilience werden diverse coalities gepresenteerd op het gebied van samenwerking tussen steden, waterbeheer en meer. Verder gaat een nieuwe campagne proberen vóór COP 28 3.000 verzekeringsmaatschappijen (50% van de mondiale markt) te mobiliseren om klimaatrisico’s in te schatten en af te dekken. Een groot gevaar van deze aanpak is wel dat bedrijven geneigd zullen zijn zich terug te trekken uit gebieden met grote klimaatrisico’s – en dat zijn vaak ontwikkelingslanden. Zo worden zij helemaal aan hun lot overgelaten.

4. Methaan, veeteelt, landbouw, bossen en oceanen

In Glasgow werd door meer dan 120 landen de Global Methane Pledge gedaan, om de uitstoot van methaan – een veel sterker broeikasgas dan CO2 – zo snel mogelijk terug te dringen. Methaan komt onder meer vrij bij de winning van fossiele brandstoffen en in de veeteelt. COP 27 heeft weinig opgeleverd: de fossiele sector is niet aan banden gelegd, en landen aarzelen om de veeteelt aan de pakken vanwege angst voor reacties uit de sector. Dat geldt ook voor Nederland. Wel is er kans dat China zich alsnog aansluit bij de Pledge, en is een internationaal waarschuwingssysteem voor methaanlekken (MARS) gelanceerd met behulp van NASA- en ESA-satellieten.

Onder het Koronivia Joint Work on Agriculture (VN) wordt gewerkt aan de verduurzaming en aanpassing aan klimaatverandering van landbouw en voedselsystemen. Er werden diverse initiatieven gelanceerd, vooral in de vorm van (kleinere) (ngo) coalities als de True Animal Protein Price Coalition (ook in NL). Maar bijvoorbeeld de Agriculture Innovation Mission for Climate en de Agriculture Sector Roadmap To 1.5°C kregen veel kritiek: te weinig ambitieus en teveel promotie van kunstmest. 

Een belangrijke ontwikkeling in Glasgow was het voornemen de ontbossing wereldwijd te stoppen per 2030. In de tussentijd is weinig vooruitgang geboekt, eerder achteruitgang. Brazilië en Venezuela horen tot de grootste ontbossers van de Amazone, en de DR Congo veilt een groot percentage bosgebied (1/3!) voor oliewinning. In het gebied wonen meer dan 35 miljoen mensen, waaronder honderdduizenden inheemsen. Het nieuwe Forests and Climate Leaders’ Partnership (FCLP), gelanceerd tijdens COP 27 moet nog meer ontbossing voorkomen, maar Congo, Rusland en Indonesië hebben niet getekend. Wel lanceerde Colombia een nieuw initiatief ter bescherming van de Amazone, dat ook de nieuwe Braziliaanse president Lula zal onderschrijven.

Een andere coalitie is de Enhancing Nature-based Solutions for Climate Transformation (ENACT), samen met IUCN, gericht op klimaatactie in relatie tot biodiversiteit en verwoestijning.

Sinds een paar jaar is er volop aandacht voor oceanen en hun belangrijke rol v.w.b. het klimaat. Naast diverse natuurcoalities is er nu een directory verschenen rond ‘blue carbon’ projecten met richtlijnen voor carbon credits in relatie tot kustgebieden. De economische waarde van deze gebieden wereldwijd wordt gesteld op $ 190 miljard per jaar.

Deze economisering van de natuur kan rekenen op veel kritiek. De grondgedachte is dat natuurgebieden, ook bijv. moerassen en bossen, CO2 opnemen (sinks) en dat dat gekwantificeerd kan worden. Maar diverse onderzoeken hebben al aangetoond dat de berekeningen vaak niet kloppen. Daardoor geven deze zogenoemde nature-based solutions een vals beeld dat leidt tot te weinig uitstootvermindering.

5. Rechtvaardige energietransitie en klimaatfinanciering

Er was in Sharm overeenstemming over de noodzaak de energietransitie – van fossiel naar duurzaam – te versnellen, mede gezien de huidige energiecrisis. Overeengekomen werd dat een ‘just and equitable energy transition’ nationale prioriteiten kan volgen en moet voorzien in bescherming van werknemers die geraakt worden door de transitie, bijvoorbeeld door steun aan en omscholing van werkers in de fossiele sector. Er komt een werkprogramma Just Transition met jaarlijks ministerieel overleg. In de aanloop naar en tijdens COP 27 werd bekend dat rijke landen en hun private sectoren twee opkomende economieën gaan ondersteunen in hun energietransitie: Zuid-Afrika en Indonesië.

Diverse nieuwe initiatieven die de transitie moeten helpen versnellen werden gelanceerd: de Planning for Climate Commission, een gezamenlijk initiatief van de Green Hydrogen OrganisationInternational Hydropower Association, the Global Wind Energy Council and the Global Solar Council. De data van de International Renewable Energy Agency (IRENA) zullen bij de transitie en bij de eerste Global Stocktake (COP 28) een belangrijke rol spelen.

Ook werd de Global Renewables Alliance gelanceerd, waarin de industrie op het gebied van duurzame energie, inclusief groene waterstof, energieopslag en aardwarmte, hun krachten gaan bundelen. Verder sloten diverse landen, waaronder Nederland, zich aan bij de Global Offshore Wind Alliance (GOWA).

Klimaatfinanciering is een heikel begrip. Al enkele jaren wordt tijdens de COPs gewerkt aan een zgn. New Collective Quantified Goal (NCQG) voor internationaal klimaatgeld. Een gezamenlijke definitie daarvoor is er nog niet. Tot nu toe willen de rijke landen klimaatfinanciering zoveel mogelijk laten lopen via ontwikkelingshulp, leningen door multilaterale ontwikkelingsbanken (MDBs) en internationale financiële instellingen (IFIs als IMF, WB), verzekeringen en andere private investeringen. In 2009 is het Green Climate Fund opgericht met de toezegging dat vanaf 2020 met jaarlijks $ 100 miljard te vullen. Dat bedrag is nog steeds niet gehaald. Officieel zit er 83 miljard in het fonds, maar volgens Oxfam is het netto hooguit 24 miljard. Daar komt bij dat het merendeel uit leningen bestaat die met (oplopende) rente terugbetaald moet worden. Ook de andere fondsen (zie boven) zijn niet conform toezeggingen gevuld. Bovendien is het doen van aanvragen heel ingewikkeld.

De arme landen eisen extra geld met name in de vorm van giften, niet alleen voor Loss & Damage (zie punt 1.) maar ook voor hulp bij mitigatie- en adaptatieprojecten, én minder bureaucratie. Veel landen hebben bovendien schulden die nog afbetaald moeten worden. Sommige zijn daardoor nu al niet meer in staat uit de problemen te komen of zich verder te ontwikkelen. Uit een recent rapport (Nicholas Stern c.s.) blijkt bovendien dat zij tegen 2030 jaarlijks $ 2 biljard nodig hebben voor adaptatie, rampenbestrijding en verdere duurzame ontwikkeling.

Tijdens COP 27 werd daarom aangedrongen op een hervorming van de financiële sector, inclusief de MDBs en de IFIs. Daartoe is een groep van ca. 80 ministers van financiën opgericht waar de Nederlandse minister Sigrid Kaag in 2023 covoorzitter van wordt. De bedoeling is samen met het bedrijfsleven (dat gaat meepraten) andere randvoorwaarden te creëren, zodat het aantrekkelijker wordt om anders (duurzamer) investeren. De hervormingen van de IFIs, in die zin dat klimaatdoelen en schuldenkwijtschelding prioriteit krijgen, zullen door deze instellingen zelf besproken worden in 2023.

Ook werd meermalen aangedrongen op het belasten van de fossiele sector, die in 2022 zo’n $ 250 miljard pure winst heeft gemaakt/zal maken.

6. Recht, mensenrechten, jeugd, vrouwen, inheemse bevolking

Tijdens de COPs wordt altijd hard gevochten voor de belangen van vrouwen, jongeren en inheemse bevolkingen. De strijd tegen klimaatverandering wordt zo verbonden met mensenrechten. Vrouwen- en jongerenorganisaties zijn al vele jaren actief. Sinds een jaar of vijf hebben ook inheemse groepen zich georganiseerd in diverse platforms, mede gesteund door de Wereldraad van Kerken. Zij wijzen op de VN-declaratie voor de rechten van inheemse volkeren, waaronder het recht op een ‘free, prior and informed’ consultatie voordat een project van buitenaf op hun voorouderlijke gronden mag worden gestart, bijvoorbeeld door mijn- of agrarische bedrijven. Dat recht wordt meestal met voeten getreden.

Een greep uit hun standpunten: de klimaatonderhandelingen zijn verworden tot een strijd tussen enerzijds een op rechten gebaseerde en anderzijds een markt-gestuurde benadering. Maar die laatste, met zijn carbon markets, geo-engineering, het economiseren van natuurgebieden etc. zet geen zoden aan de dijk en is een nieuwe vorm van kolonialisme. In plaats daarvan zou de kennis en expertise van inheemse bevolkingen centraal moeten staan. Zij zijn immers bewezen stewards van 80% van de natuurgebieden ter wereld.

Tijdens COP26 werd $ 1,7 miljoen bestemd voor inheemse bos- en biodiversiteitsprojecten. Maar van dat schamele bedrag kwam maar 7% op de juiste bestemming aan. Daarnaast kondigde de Rockefeller Foundation een gift van $ 11 miljoen aan voor inheemse en regeneratieve landbouwprojecten. De toegang tot substantiëlere geldbronnen is moeilijk: veel inheemse organisaties voelen of weten zich niet vertegenwoordigd door hun nationale regeringen.

Dat de rechtspraak soms soelaas biedt weten we ook in Nederland. Over de hele wereld lopen diverse klimaatzaken, aangespannen door ngo’s of andere civiele groepen tegen overheden, bedrijven of beide, onder andere dankzij hetClimate Litigation Network. Een greep: de winst van een hoger beroep in het VK tegen de ontoereikende Net Zero strategie van de overheid; de uitspraak van de VN-Mensenrechtencommissie dat de Australische overheid de rechten van de inheemse Torres Strait eilandbewoners schendt door gebrek aan klimaatbeleid; een nieuwe zaak van Shell-aandeelhouders tegen de Board of Directors omtrent falend financieel beleid in relatie tot klimaatverandering. Sinds 2019 voeren overheden en ngo’s in de Pacific gezamenlijk campagne om het gebrek aan adequaat klimaatbeleid wereldwijd voor te leggen aan het VN-Internationaal Gerechtshof (ICJ). Vanuatu zal de komende algemene vergadering van de VN (14 december 2022) een resolutie aanbieden waarin het ICJ gevraagd wordt te verduidelijken wat de wettelijke verplichtingen van nationale staten zijn aangaande de bescherming van de rechten van huidige en toekomstige generaties in het licht van klimaatverandering. Tijdens COP 27 werd gelobbyd om regeringen vóór deze resolutie te laten stemmen.

7. Multireligieuze activiteiten

Ook tijdens deze COP liet de religieuze wereld zich niet onbetuigd. Al een aantal jaren wordt door diverse wereldreligies samengewerkt via het VN-Interfaith Liaison Committee (ILC), aangestuurd door de coördinator van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken. Het oecumenisch team (alleen christelijk) bestond ook nu uit een delegatie van ACT-Alliance, de Wereldraad van Kerken, de LWF en een paar andere grote kerken en organisaties. De belangrijkste activiteiten: de steunbetuiging voor het instellen van een Fossil Fuel Non-Proliferation Treaty, ondertekend door meer dan 50 geloofsorganisaties en 1500 -leiders. Het verdrag zou moeten voorzien in de onmiddellijke stopzetting van nieuwe fossiele projecten, een traject bevatten voor een rechtvaardige beëindiging van de huidige fossiele productie, en 100% duurzame energie garanderen voor de gehele wereldgemeenschap, waarbij financiële en technische ondersteuning wordt geboden aan landen en gemeenschappen die dat nodig hebben. Zie https://fossilfueltreaty.org/faith-letter en https://www.ncronline.org/earthbeat/faith/ahead-cop27-faith-leaders-back-global-treaty-end-use-fossil-fuels  Overigens ondersteunt ook het Europees Parlement het instellen van dit verdrag.

Verder werd het boek Faith Voices for Ecocide Law gelanceerd. In deze bundel reflecteren leiders vanuit diverse geloofsstromingen en inheemse tradities op de relatie tussen mens en natuur, en op de noodzaak van een verbod op ecocide. Oecumenisch patriarch Bartholomeus, de Kerk van Zweden en de Wereldraad van Kerken hebben hun steun uitgesproken voor een internationaal verbod op ecocide. Paus Franciscus deed dat al in 2019, en op 9 november riep hij wederom op tot de erkenning van ecocide als vijfde misdaad tegen de vrede. Het boek Faith Voices for Ecocide Law is hier gratis te downloaden. En kijk hier voor de Faith for Ecocide Law campagne.

Enkele dagen voor het einde van COP 27 werd een urgente oproep gedaan voor meer ambitie bij de onderhandelaars, in allerijl ondertekend door zoveel mogelijk religieus leiders, onder wie de voorzitter en algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland.

In de aanloop naar en tijdens de COP waren er diverse activiteiten:

– 03 nov. Webinar: Voices to COP 27 – Kairos – Canadian Ecumenical Justice Initiatives

– 06 nov. Multireligieuze ontmoeting in de geest van Talanoa Dialogue – ILC

– 06 nov. Multireligieuze dienst in de El Sama Eyeen Koptische kerk, Sharm el-S – ILC

– 09 nov. Coördinatie-overleg – ILC

– 09 nov. Side-event: Realizing Ambition through Ethical, Intergenerational and Multisectoral Responses to Climate Crisis – Anglican Consultative Council, Baha’i International Community, Buddhist Tzu Chi Foundation, and World Conference of Religions for Peace

– 09 nov. Side-event: Addressing loss & damage to deliver climate justice: youth, gender & faith leaders’ perspectives – ActionAid International, Caritas Internationalis, Center for Participatory Development, ChristianAid and Church of Sweden

– 11 nov. Side-event: Delivering the promise – how to ensure future adaptation needs are addressed –ACT Alliance, All Africa Conference of Churches, Brahma Kumaris, Bread for the World, Lutheran World Federation, and World Council of Churches

– 11 nov. Persconferentie: Interfaith Work on Climate Change – ILC

– 12 nov. Oproep bestuur Wereldraad van Kerken aan COP 27 voor meer ambitie, een Loss & Damage fonds en meer. Zie https://www.oikoumene.org/resources/documents/statement-on-the-27th-conference-of-the-parties-of-the-un-framework-convention-on-climate-change-cop27

– 12 nov. Workshop Centering Indigenous History and Leadership in Climate Action – the KAIROS Blanket Exercise – Civil Society Climate Justice Hub, KAIROS

– 13 nov. Oecumenische dienst voor COP 27 in de El Sama Eyeen Koptische kerk, Sharm el-S –Wereldraad van Kerken en Coptic Orthodox Church of Egypt

– 13 nov. Strategisch overleg oecumenisch team

– 15 nov. Statement van Faith Based Organisations aan het High Level Ministerial Segment van COP 27 – ILC, zie https://www.oikoumene.org/resources/documents/statement-from-the-faith-based-organizations-to-cop27

– 16 nov. Coördinatie-overleg – ILC

– 16 nov. Side-event: Global South Perspectives on Climate Justice, Peace & Conflict, and Gender Equality – Kairos – Canadian Ecumenical Justice Initiatives and others

– 16 nov. Webinar: Just Energy for All – United Women in Faith

Het oecumenisch team vergaderde tijdens COP 27 dagelijks ’s ochtends en ’s avonds.

Diverse persberichten werden uitgegeven, blogs geschreven, getwitterd etc. Kijk hiervoor en voor achtergrondinfo op:

https://www.oikoumene.org/search?keywords=cop%2027

https://www.oikoumene.org/what-we-do/Care-for-creation-and-climate-justice#cop27

Foto’s:

https://www.oikoumene.org/news/cop27-in-images-as-egypt-hosts-the-united-nations-climate-change-conference

Ook op YouTube is veel te vinden, onder meer:

https://www.youtube.com/watch?v=6VakX2aVVxc (statement FBO aan High Level Segment)

8. Politieke ontwikkelingen

Tijdens COP 27 waren er belangrijke politieke ontwikkelingen in de wereld die de onderhandelingen beïnvloedden. Om te beginnen natuurlijk de oorlog in Oekraïne. In de VS slaagde president Biden erin de Democratische meerderheid in de Senaat te behouden. Daardoor kreeg klimaatgezant John Kerry groen licht om gesprekken met China aan te gaan. Ook van die kant kwam toestemming. Deze gesprekken in Egypte zouden kunnen leiden tot hervatting van de samenwerking op klimaatgebied die een ernstige deuk heeft opgelopen, o.a. vanwege het bezoek van een VS-delegatie aan Taiwan enkele maanden geleden. Verder werd in Brazilië president Lula herkozen, hetgeen met veel gejuich in Egypte werd ontvangen: onder aftredend president Bolsonaro heeft de ontbossing in het Amazonegebied schrikbarende proporties aangenomen.

9. Tot slot

COP 27 was een ‘implementatie’-top. Dat woord bleek echter verschillend geïnterpreteerd te worden. De rijke landen zagen ‘implementatie’ vooral als zakendoen met het (fossiele) bedrijfsleven, terwijl de arme landen het in de praktijk brengen van klimaatafspraken in gedachten hadden. Waaronder het eindelijk vullen van diverse klimaatfondsen en het terugdringen van de mondiale CO2-uitstoot. Maar de top heeft alleen een morele overwinning opgeleverd voor de slachtoffers van klimaatverandering. Daarnaast is een signaal afgegeven dat (internationale) financiële instellingen hervormd moeten worden en hun beleid afgestemd op de klimaatdoelen. Al het andere is óf mislukt, of ver onder de maat gebleven.

Het komt erop neer dat de noodzakelijke wereldwijde solidariteit, waartoe VN-algemeen secretaris Guterres aan het begin van de top opriep, verder weg is dan ooit. In plaats daarvan zullen we met zijn allen de aarde in rap tempo verder opwarmen, met meer en meer slachtoffers en schade als gevolg. Vandaar de titel van dit artikel.

Ik denk erover om de kwalificatie van een CAN*-medewerker over te nemen: homo non-sapiens.

Marijke van Duin,

Zandvoort, 26 november 2022

* CAN = Climate Action Network. CAN-International is een samenwerkingsverband van meer dan 1900 ngo’s uit meer dan 150 landen, en al decennia actief tijdens de klimaat-COPs.