Marijke van Duin

verslag/analyse UNFCCC-COP 26

COP 26 uitkomsten, analyse en aanbevelingen

Tevens bijlage bij visienota Raad van Kerken in Nederland – Naar een duurzame toekomst

Belangrijkste uitkomsten COP 26

In Glasgow was brede overeenstemming om te streven naar maximaal 1,5 graden Celsius opwarming. In Parijs werd nog gesproken over 2 graden. Volgens het IPCC[1] zullen de rampen en de kosten daarvan bij 2 graden opwarming echter al te groot zijn.

De huidige NDCs (Nationally Determined Contributions – de klimaatplannen die landen bij de VN indienen) zijn bij lange na niet voldoende om 1,5 graden te halen. Doorrekening door gespecialiseerde ngo’s laat zien dat die eerder in de buurt komen van 2,4 graden. Daarom is in Glasgow afgesproken dat komend jaar de landen betere plannen moeten indienen, teneinde 1,5 graden in zicht te houden. Landen sluiten zich in toenemende mate aan bij de Race to Zero: klimaatneutraliteit in 2050. Een eenduidige definitie daarvan is er echter nog niet.

Het Rulebook voor het Parijse Klimaatakkoord is in Glasgow afgerond, zodat dat akkoord nu geïmplementeerd kan worden. Heikele onderwerpen: het ‘meenemen’ van oude uitstootrechten en het ‘afkopen’ van uitstoot door bijv. bebossing. Op het laatste moment zijn compromissen gesloten.

Samenwerking VS en China: een belangrijk lichtpunt en voorbeeld: samenwerking op het gebied van klimaatverandering is belangrijker dan politieke (menings)verschillen.

Fossiele brandstoffen: zijn voor het eerst in de slottekst van een COP genoemd. Subsidies voor fossiele brandstoffen moeten worden afgebouwd; idem winning en het gebruik van bruin- en steenkool; voor olie en gas zijn diverse afspraken gemaakt. Een groep landen, waar Nederland zich na druk van de Tweede Kamer bij heeft aangesloten, stopt met de financiering van overzeese projecten. Maar binnenlandse projecten kunnen in geïndustrialiseerde landen gewoon doorgaan, op grond van CO2-afvang en opslag of hergebruik (Carbon Capture and Storage/Utilization). CCSU (of CCUS) is technologie in ontwikkeling (o.a. bij Shell) en voorziet op dit moment in hergebruik van slechts ca. 5% van bij productie vrijkomende CO2. Deze technologie is nog heel duur.
Voor opslag (storage) wordt gekeken naar lege gasvelden onder de Noordzee.

Zowel voor kolen als voor olie en gas zijn landencoalities opgericht om van deze fossiele brandstoffen af te komen: Powering Past Coal en Beyond Oil and Gas. Diverse landen, o.m. Duitsland, hebben een eigen tijdpad (Duitsland stopt uiterlijk 2038 met kolen; de nieuwe regeringscoalitie wil proberen eerder te stoppen).

Methaan: Een grote coalitie van landen, waaronder NL, wil in 2030 de uitstoot van methaan met 30% verminderd hebben. Methaan is een veel krachtiger broeikasgas dan CO2 en komt o.m. vrij bij de winning van fossiele brandstoffen en in de veeteelt. Maar het gas blijft korter in de atmosfeer dan CO2: tientallen jaren versus duizenden jaren.

Ontbossing: Een grote landencoalitie, inclusief NL, heeft toegezegd in 2030 met ontbossen te stoppen en die terug te draaien door meer bomen te planten. Bossen slaan CO2 op, mits ze gezond zijn (de gezondheid van bossen staat wereldwijd onder druk vanwege klimaatverandering).

Klimaatfinanciering: Een heikel onderwerp was en is de toezegging in 2009 door de geïndustrialiseerde landen om vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard USD ter beschikking te stellen aan landen in ontwikkeling, via het Green Climate Fund. Dat geld moet worden gebruikt voor mitigatie (terugdringen uitstoot) en adaptatie (aanpassen aan klimaatverandering). Dat bedrag is niet gehaald. De afspraak is nu dat in 2025 alsnog, met terugwerkende kracht, 500 miljard USD op tafel ligt.

Schade & Verlies: Het heikele onderwerp Loss & Damage is breder ter sprake gekomen dan in voorgaande COPs, maar maakt nog steeds geen deel uit van de feitelijke onderhandelingen. De rijke landen blokkeren dat omdat ze bang zijn voor aansprakelijkheid. In plaats daarvan is een verzekeringsconsortium opgetuigd. Afgesproken is Loss & Damage prominenter op de agenda van COP 27 te zetten, onder sterke druk van de ontwikkelingslanden.

Adaptatie: Aanpassing aan klimaatverandering wordt een steeds belangrijker onderwerp. Nederland heeft een belangrijke rol: het kantoor van het Global Center on Adaptation zetelt in Rotterdam. De verwachting is dat Adaptation centraal zal staan tijdens COP 27 in Egypte (november 2022).

Achtergrond, analyse en aanbevelingen

De SG van de VN en het secretariaat van de UNFCCC werken al jaren heel hard om landen in beweging te krijgen en hun ambitie op te schroeven. Ook hebben zij gezorgd voor meer inbreng bij COPs door niet-regerings-gebonden organisaties van vrouwen, jongeren, oorspronkelijke bewoners, ngo’s, religies, vakbonden, bedrijfsleven. Het openstellen van COPs voor het bedrijfsleven levert niet alleen veel ‘groene’ aanwezigheid op, maar ook een stevige lobby vanuit de kernenergie én de fossiele industrie. In Glasgow waren er zo’n 500 ‘fossiele’ lobbyisten, meer dan de grootste officiële landenafvaardiging. Daar werd stevig tegen geprotesteerd, maar het staat landen vrij om wie dan ook in hun delegatie op te nemen. Vooral de VS, Canada, Australië en OPEC-landen hadden deze lobbyisten meegenomen.

Ook al biedt de UNFCCC maatschappelijke groeperingen zoveel mogelijk ruimte tijdens de COPs, het VN-systeem voorziet niet in hun officiële input (behalve zeer korte toespraken). De facto hebben veel mensen het gevoel dat hun regeringen ‘over hun hoofd heen’ onderhandelen, zonder hun toestemming of inbreng. Formeel is dat laatste in democratieën niet waar: regeringen worden daar gekozen. Maar er lijkt een vertrouwensbreuk te groeien tussen ‘het volk’ en ‘de overheid’, ook in Nederland. Een punt voor de (Raad van) kerken om bij stil te staan?

Het grootste probleem bij de onderhandelingen is dat landendelegaties niet het algemeen belang laten prevaleren, maar hun (vermeende) eigenbelang. Zolang landen niet inzien dat het algemeen belang óók hun eigen belang is, zullen de onderhandelingen uiterst moeizaam blijven verlopen. Het grootste struikelblok in dezen is de positie van landen in ontwikkeling. Door het niet nakomen van de belofte jaarlijks 100 miljard USD ter beschikking te stellen, is het vertrouwen tussen de arme(re) en rijke landen nog verder beschadigd dan het al was. Dat werd in Glasgow meerdere keren in niet mis te verstane termen naar voren gebracht. Daarom is het van het grootste belang dat de rijke landen hun beloften nakomen, én aanvaarden dat de arme daarnaast recht hebben op compensatie voor reeds geleden schade (Loss & Damage).

In de huidige tijd is de positie van veel arme landen troosteloos: vele hebben hoge schulden (IMF, Wereldbank, bilateraal); daar zijn alle COVID-19 kosten bijgekomen, plus alle reeds bestaande en te verwachten klimaatkosten. Veel arme landen komen hier niet meer uit, zoals enkele saillante voorbeelden in Glasgow aantoonden. Er is een lobby voor schuldenkwijtschelding waar de Wereldraad van Kerken achterstaat. Ook in NL zou de Raad / lidkerken hiermee aan de slag kunnen.

Zoals de COVID 19-pandemie heeft laten zien, zijn de rijke landen (nog) niet of te weinig bereid technologie en geld te delen als het gaat om vaccins en medicijnen (octrooien, recepten) en mondmaskers. Dat betekent dat het nog lang zal duren voordat de pandemie enigszins onder controle is: die houdt zich immers, net als klimaatverandering, niet aan grenzen. Dit ‘eigenbelang voorop’ moet doorbroken worden, omdat ook hier geldt: algemeen belang is eigenbelang.

Samenvattend:

Net als bij COVID-19 zullen in verband met klimaatverandering de rijke landen de arme landen daadwerkelijk moeten helpen, door a) schulden kwijt te schelden, b) technologie te delen door eigendomsrechten anders in te richten, zodat ook arme landen kunnen overstappen op duurzame energie, mobiliteit en productie, c) veel meer geld ter beschikkingte stellen voor mitigatie- en adaptatietrajecten in deze landen, uit te voeren door bedrijven ter plekke (en niet zoals nu eigen bedrijven), en d) schade en verlies als gevolg van klimaatverandering eerlijk te compenseren. Want klimaatverandering wordt, zoals bekend, veroorzaakt door de geïndustrialiseerde landen, terwijl de arme landen er het meest van te lijden hebben. Niet voor niets wijzen geloofsgemeenschappen wereldwijd dan ook voortdurend op dit onrecht, typeren klimaatverandering in de eerste plaats als een morele crisis, en vragen om klimaatrechtvaardigheid (climate justice).

Nederland zou, als rijk land, deze situatie ernstig moeten nemen en haar morele verantwoordelijkheid opnemen. Maar dat betekent nogal wat, zeker naast de nationale klimaatagenda. Hoe zou dat betaald kunnen worden?

  1. De vervuiler laten betalen, door belastingen en subsidies anders in te richten. Alleen al de subsidies aan fossiele brandstoffen beslaan wereldwijd momenteel 11 miljoen USD per minuut, of 5,9 biljoen USD per jaar (in 2020, berekening IMF).
  2. Vermogenden meer belasten. Hier zijn vele (internationale) oproepen en initiatieven voor.
  3. Geld vrijmaken uit sectoren in de maatschappij waar nu veel (verborgen) geld naartoe gaat. Bijvoorbeeld peperduur defensiematerieel en exotische technologie.

[Hiertoe hoort ook het UFO-fenomeen[2]. Sinds enkele jaren wordt het bestaan van UFOs officieel erkend, o.a. door het Pentagon; Harvard University heeft een onderzoeksgroep ingericht. Exotische technologie bestaat kennelijk op aarde, of die nu door mensen of door anderen is ontwikkeld. Bij mijn weten is het Vaticaan hierover gebriefd, de WCC niet (dat heb ik nagevraagd). Deze technologie zou van groot belang kunnen zijn voor de aanpak van de klimaatcrisis en moet daarom vrijgegeven worden. Idem de bijbehorende miljarden die jaarlijks in oncontroleerbare projecten verdwijnen (in 2020 ging alleen al in de VS naar schatting ruim een biljoen USD naar black projects).]

In het kort komt het erop neer dat de mensheid zal moeten leren samenleven en samenwerken op deze planeet, waarbij de beschikbare ecologische ruimte eerlijk(er) wordt verdeeld. Om dat te bereiken is een eerlijker verdeling van (schone) technologie en welvaart onontbeerlijk. Of dat proces kans van slagen heeft hangt voor een groot deel af van de mate van onderling wantrouwen, die zich onder meer uit in ‘eigenbelang eerst‘ (of: ‘eigen bedrijfsleven/technologie eerst’), het weren van migranten (die bijvoorbeeld in NL uitstekend de arbeidsmarkt zouden kunnen versterken), en het zich ingraven in peperdure wapensystemen. Om dat wantrouwen te doorbreken is veel meer bewustwording nodig die tot een morele omwenteling (metanoia) zou moeten leiden.

Het is duidelijk dat hier een grote taak is weggelegd voor (o.m.) religieuze organisaties, wereldwijd, regionaal en nationaal. De Nederlandse kerken zouden kunnen overwegen speciale klimaat/duurzaamheidsfunctionarissen aan te stellen, zoals in veel zusterkerken in landen om ons heen gebruikelijk is. Ook zijn voor Nederland CEK/CCEE, de Wereldraad van Kerken, en de eigen internationale kerkverbanden met hun klimaat/duurzaamheidsprogramma’s relevant. Maatschappelijk gezien is met name Duitsland interessant: de nieuwe regeringscoalitie daar mikt op snelle verduurzaming, gesteund door de EKD en andere Duitse kerken.

7 december 2021 / 1 maart 2022

Marijke van Duin

(Lid werkgroep Theologie, Kerk en Duurzaamheid RvK, voorzitter netwerk Schepping en Duurzaamheid RvK, lid klimaatwerkgroep Wereldraad van Kerken, observer bij de UNFCCC klimaat-COPs)


[1] Het laatste IPCC-rapport verscheen op 28 februari 2022 en bevat de sterkste waarschuwingen ooit

[2] Als dit onderwerp te controversieel is kan het uiteraard ook worden weggelaten