COP 22 – verslag voor de Raad van Kerken in Nederland
De 22e VN-klimaattop, de Conference of the Parties aflevering 22, werd gehouden van 7-18 november 2016 in Marrakesh, Marokko. Het was de eerste VN-klimaattop sinds de top in Parijs van december 2015 waar het Paris Agreement (PA) werd aangenomen. Daarin is afgesproken klimaatverandering wereldwijd beheersbaar te houden.
Algemeen, uitkomsten in vogelvlucht
COP 22 was met 25.000 deelnemers, waaronder vijftig staatshoofden, groter dan verwacht. Uitgebreid gevierd werd de vroege inwerkingtreding van het PA, namelijk op 4 november 2016, dus net vóór COP 22. De verkiezing op 8 november van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten domineerde de top enkele dagen, maar uit de reacties bleek dat de overgrote meerderheid van de deelnemende staten niet van plan is af te wijken van de in Parijs gemaakte klimaatafspraken. Zo werd tijdens COP 22 een aantal belangrijke internationale initiatieven gelanceerd ter ondersteuning van de implementatie van het PA. Die implementatie zal plaatsvinden via nationale klimaatplannen voor de periode 2020-2025 (Nationally Determined Contributions – NDCs, en National Adaptation Plans – NAPs), en uit lange-termijn-strategieën (LTS) voor decarbonisatie gericht op 2050. Besloten werd dat in 2018 de definitieve ‘spelregels’, het rulebook, voor de implementatie van het PA moeten worden vastgesteld, waaronder technische en procedurele afspraken. Verder werd het Warsaw International Mechanism met betrekking tot loss and damage (irreparabele schade en verlies als gevolg van klimaatverandering) geëvalueerd en werd besloten vijfjaren-werkplannen in te stellen. Het eerste vijfjarenplan werd in grote lijnen vastgesteld. Tot slot werd besloten het VN Adaptatie Fonds onder te brengen onder het PA. Weinig vooruitgang werd echter geboekt op het dossier lange-termijn financiering.
Afrikaanse context
COP 22 was in hoge mate francofoon, met grote delegaties uit West-Afrika. De onderhandelingen vonden plaats in de ‘blauwe zone’, terwijl de ‘groene zone’ fungeerde als een enorme markt voor klimaatprojecten, met name gericht op Afrika. Dat bood een kans voor gastland Marokko om zijn ‘groene’ profiel te laten zien – het land heeft grootschalig geïnvesteerd in duurzame energie – en om de eigen bedrijven en instellingen aan te prijzen als partners voor de klimaattransitie in heel Afrika. Duidelijk werd dat de Sustainable Development Goals (SDGs) van de Verenigde Naties, en de klimaatdoelen van het PA in feite twee kanten van dezelfde medaille zijn, getuige de Marrakech Action Proclamation for Our Climate and Sustainable Development, ondertekend door staatshoofden. Zie
Belangrijkst uitkomsten nader bekeken
– COP 22 gaf een niet mis te verstaan signaal af dat de meeste staten klimaatverandering als een mondiale bedreiging zien die alleen kan worden aangepakt via gezamenlijk en multilateraal engagement. Dat is een belangrijk politiek signaal in deze turbulente tijden.
– Het besluit om in 2018 het rulebook voor implementatie van het PA vast te stellen, geeft duidelijkheid t.a.v. het tijdpad. Daardoor wordt COP 24 in 2018 de volgende politiek belangrijke klimaattop. De onderhandelingen over het rulebook gaan uiteraard wel de komende jaren verder. De belangrijkste onderwerpen in het rulebook zijn: mitigatie (het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen), adaptatie (aanpassing aan klimaatverandering), financiering, transparantie, de ontwikkeling van (werk)potentieel op het gebied van klimaat (capacity building), de vijfjaarlijkse inventarisatie van vorderingen van de implementatie van het PA (global stocktake), en naleving van de afspraken (compliance).
– Het besluit om het Adaptatie Fonds onder te brengen bij het PA was het enige concrete besluit op financieringsgebied. Details zullen nog moeten worden uitonderhandeld.
– Moeilijker was de discussie over lange-termijn financiering, met name de toezegging uit 2010 om per 2020 jaarlijks 100 miljard US dollar voor klimaatprojecten ter beschikking te stellen aan ontwikkelingslanden. Dat geld moet worden opgebracht door de rijke landen; in de aanloop naar COP 22 werd hiertoe een roadmap aangeboden. De ontwikkelingslanden willen deze roadmap echter als informeel document blijven zien, omdat de totstandkoming ervan niet op basis van een COP-mandaat is. Zie
– Het nieuwe vijfjarenplan van het Warsaw International Mechanism (WIM) m.b.t. loss & damage werd vastgesteld, met als belangrijkste onderwerpen: a) schade die langzaam ontstaat, b) niet-economische verliezen, c) risico-management waaronder verzekeringen, d) klimaatmigratie en -displacement (gedwongen verhuizing in eigen land als gevolg van klimaatverandering), en e) financierings-gerelateerde zaken. De WIM zal uiterlijk iedere vijf jaar worden geëvalueerd.
– De Facilitative Dialogue 2016, informele gesprekken over klimaatactie vóór 2020 en over klimaatfinanciering, schoot tekort. Hopelijk is dat een waarschuwing voor de veel belangrijker Facilitative Dialogue in 2018 die geldt als een eerste informele inventarisatie van het ambitieniveau van de NDCs. Ook zal dan het speciale rapport van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change – het wereldwijde netwerk van klimaatwetenschappers waar de VN mee werkt) dat in 2018 wordt verwacht, aan de orde komen. Dat rapport gaat over de haalbaarheid van het streven om de wereldwijde klimaatverandering niet boven 1,5°C temperatuursstijging te laten uitkomen.
– De onderhandelingen over landbouw faalden en zullen worden hervat in 2017. Belangrijkste geschilpunten zijn de balans tussen het afremmen van klimaatverandering en de voorbereiding daarop, de balans tussen de belangen van kleine boeren en die van grote bedrijven, en de balans tussen marktgebaseerde en niet-marktgebaseerde benaderingen.
Voor relevante documenten over de genoemde COP 22-besluiten, zie
http://unfccc.int/2860.php#auv
http://unfccc.int/resource/docs/2016/cop22/eng/l12.pdf
Discussies – het Trump-effect
Er werd dagenlang gediscussieerd over de mogelijke gevolgen van het toekomstig presidentschap in de VS. Zal Trump het PA opzeggen, of zelfs uit de UNFCCC stappen (de VN-‘paraplu’ waaronder de klimaatonderhandelingen plaatsvinden)? Wat zal er gebeuren met de beloften t.a.v. het Green Climate Fund (GCF) en met het klimaatplan (NDC) van de VS? Ondertussen bleef de VS-delegatie, nog onder president Obama immers, hard en constructief werken en lanceerde een heleboel plannen op het gebied van internationale samenwerking en klimaatinvesteringen. Ook de reactie van vele (grote) landen sprak boekdelen: China, de Europese Unie plus veel lidstaten, India, Japan, Saudi-Arabië, Australië, Mexico, Canada, het Climate Vulnerable Forum (CVF, bestaande uit 48 landen die zeer kwetsbaar zijn voor klimaatverandering, met een totale bevolking van ca. 1 miljard) en vele anderen lieten er geen twijfel over bestaan dat zij het PA gestand willen doen en willen investeren in de decarbonisatie van hun economieën. Daarbij gaf China aan bereid te zijn de leiderschapsrol op zich te willen (blijven) nemen, met of zonder de VS: een duidelijk signaal aan Washington.
Niet alle discussies verliepen zo soepel. De Like Minded Developing Countries (LMDC) – een groep ontwikkelingslanden voornamelijk uit het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Azië die gezamenlijk optreden – brachten hun visie op het belangrijke onderwerp ‘gezamenlijke maar verschillende verantwoordelijkheid’ (common but differentiated responsibility) weer ter tafel. Dat onderwerp behelst de delicate balans tussen rechten en plichten van de verschillende landen(groepen), die in het PA iets anders ligt dan bij de ‘ouderwetse’ indeling tussen geïndustrialiseerde landen en ontwikkelingslanden. De opstelling van de LMDC zorgde voor spanning in de G77-China. Daaruit blijkt dat een deel van de ontwikkelingslanden de nieuwe aanpak wel accepteert, terwijl een ander deel wil vasthouden aan de ouderwetse indeling.
Uit de discussies rond het Adaptatie Fonds en rond het tijdpad m.b.t. de aanname van het rulebook voor het PA, bleek enerzijds de motivatie om haast te maken, maar anderzijds dat veel landen de vroege inwerkingtreding van het PA nog niet ‘verwerkt’ hadden. Daardoor waren ze niet voldoende voorbereid om de discussies rond het rulebook al handen en voeten te geven. Dat kwam enigszins als een verrassing, omdat de vroege inwerkingtreding van het PA al enkele maanden voorzien kon worden.
Andere belangrijke initiatieven
– De laatste dag van COP 22 werd de Marrakech Vision of the Climate Vulnerable Forum (CVF) gelanceerd, zie http://www.thecvf.org/marrakech-vision/. Het is een ambitieus statement en een zelfverplichting voor versnelde en alomvattende klimaatactie, met behulp van sterke nationale klimaatplannen (NDCs), de ontwikkeling van lange-termijn strategieën (LTS) en een zo spoedig mogelijke transitie naar 100% duurzame energie.
– Duitsland en Marokko lanceerden het NDC Partnership Initiative, waarin al meer dan veertig landen en instituties participeren. (Ook de oecumene heeft inbreng, zie verderop in dit verslag onder ‘Oecumenisch team’). Het doel is de implementatie van NDCs te ondersteunen via uitwisseling van kennis, expertise, goede onderlinge coördinatie en hulp bij het aanvragen van financiële ondersteuning. Zie http://www.ndcpartnership.org .
– InsuResilience is een initiatief om klimaatrisico’s te verzekeren, met name gericht op kwetsbare landen en groepen. Zie
https://www.bmz.de/g7/includes/Downloadarchiv/G7_Joint_Statement_InsuResilience.pdf
– Het African Renewable Energy Initiative (AREI) heeft tot doel geheel Afrika uiterlijk 2030 van duurzame energie te voorzien. Zie http://www.arei.org. Zowel InsuResilience als AREI werden al in Parijs gelanceerd, maar kregen nieuw momentum in Marrakesh. Beide iniatieven zijn sterk regionaal georiënteerd en worden financieel ondersteund door de G7.
– Het Capacity Building Initiative for Transparency (CBIT) is een mondiaal platform teneinde klimaatplannen te stroomlijnen en op elkaar af te stemmen. Het heeft een startbudget van 50 miljoen USD. De eerste projecten zullen plaatsvinden in Kenia, Costa Rica en Zuid-Afrika. Zie http://www.thegef.org/topics/capacitybuilding-initiative-transparency-cbit.
– Het Adaptation of African Agriculture Initiative (AAA) werd gelanceerd door o.m. Marokko en de FAO (Food and Agriculture Organization) van de VN. Het doel is de Afrikaanse landbouw klimaatbestendig te maken. Zie http://www.aaainitiative.org.
– Het 2050 Pathway Platform werd gelanceerd onder aanvoering van ‘klimaatkampioen’ Laurence Tubiana. Het doel is de samenwerking tussen landen, regio’s, steden en bedrijven te bevorderen door de ontwikkeling van LTS gericht op decarbonisatie. Het 2050PP wordt gedragen door een groot aantal landen, waaronder de VS, de EU, Canada, Mexico, Colombia, Costa Rica, Chili, Japan, Ethiopië, 17 regionale en federale staten, 15 steden en 196 bedrijven. Zie http://newsroom.unfccc.int/media/791675/2050-pathwayannouncement-finalclean-3.pdf.
– Ook andere initiatieven werden gelanceerd of versterkt, waaruit het karakter van COP 22 bleek als een op actie en implementatie gerichte top.
De weg voorwaarts
Het jaar 2017 wordt het tweede voorbereidingsjaar voor de implementatie van het PA. De situatie blijft nijpend gezien het feit dat 2016 mondiaal gezien wederom het warmste jaar op rij is geweest. De uitstoot van broeikasgassen blijft dalen in de OECD-landen, terwijl die in China sinds 2014 ongeveer gelijk blijft. Maar in veel ontwikkelingslanden groeit de uitstoot, bijvoorbeeld in India met 5% per jaar. Hoewel veel van deze landen zeggen de groei van hun economieën op duurzame, ‘groene’ wijze tot stand te willen brengen, loopt de praktijk daar nog flink op achter. De opstelling van de VS blijft vooralsnog onduidelijk, maar kan in het ergste geval de mondiale transitie flink vertragen en het 1,5°C-doel onhaalbaar maken. Om dat doel binnen bereik te houden moet de mondiale uitstoot namelijk z.s.m. pieken, uiterlijk in 2020. Veel zal afhangen van de opstelling van China en de EU. Het nieuwe klimaat- en energiepakket van de EU dat in 2018 goedgekeurd moet worden, bevat al veel potentieel voor de versnelde invoering van duurzame energie. Hetzelfde geldt voor de uitgesproken intentie van een aantal ontwikkelingslanden. Gezien deze trend is het niet ondenkbaar dat de invoering van duurzame energie in de reële economie sneller gaat dan de politieke onderhandelingen. Teneinde beide te ondersteunen en zoveel mogelijk te versnellen, is het van groot belang dat in alle landen het ‘maatschappelijk middenveld’ (civil society) zich actief gaat inspannen voor klimaatactie. Dat kan in de privésituatie, op het werk, via vakbonden en ngo’s, in het bedrijfsleven, in de wetenschap. Daarnaast zal veel afhangen van de ambitie van de nationale klimaatplannen (NDCs en NAPs). Deze moeten in 2018 gereed zijn, dus op de inhoud ervan kan het maatschappelijk middenveld nog invloed uitoefenen. Datzelfde geldt voor lange-termijn-strategieën en klimaatplannen gericht op het midden van deze eeuw, waarin de transitie naar een koolstofarme economie moet worden uitgestippeld. Een groot deel van deze plannen zal gericht zijn op het bedrijfsleven en een sectorale aanpak kennen. Dat is noodzakelijk om het bedrijfsleven de juiste richting op te sturen en de juiste investeringen te laten doen. Vooral de G20 landen hebben hier een belangrijke rol te spelen. Hoopgevend in dit verband is de oprichting van het 2050 Pathway Platform.
COP 23
De volgende VN-klimaattop, COP 23, zal plaatsvinden in Bonn, Duitsland, van 6 t/m 17 november 2017, en staat onder voorzitterschap van Fiji. Het zal wederom een ‘technische’ COP worden waarin gefocust wordt op het rulebook voor het PA en op de voorbereiding van de ‘politieke’ COP 24 waarin belangrijke knopen moeten worden doorgehakt.
COP 22 en geloofsgemeenschappen
Interfaith Statement en Divest-Invest beweging
Sinds een paar jaar wordt er interreligieus samengewerkt op het gebied van klimaatverandering. Net als vorig jaar in Parijs resulteerde dat in een Interfaith Statement, ondersteund door vele kerkelijk leiders en leiders van andere geloofsgemeenschappen, waaronder de Dalai Lama, Mgr. Sorondo van de Pontifical Academy of Sciences, Aartsbisshop Desmond Tutu, Sayyid Syeed van de Islamitische Societeit van Noord-Amerika, de algemeen secretaris van de Wereldraad van Kerken en honderden anderen, waaronder boeddhisten, hindoes, Jain, Sikh, moslims, christenen van diverse denominaties en andere spiritueel leiders o.m. van oorspronkelijke bewoners. Tijdens een speciaal side event op 10 november ‘Building the Divest-Invest Movement with Faiths, Foundations and Finance’, werd het statement aangeboden aan de algemeen secretaris van de VN en het secretariaat van de UNFCCC. In het statement wordt het gecontinueerde gebruik van fossiele brandstoffen als onethisch aangemerkt, en er wordt toe opgeroepen investeringen zo snel mogelijk uit deze sector weg te halen en te herinvesteren in duurzame energie. De Divest-Invest beweging telde in september 2014 181 organisaties and 656 individuen, samen goed voor meer dan 50 miljard USD. In Parijs in 2015 was dat gegroeid tot 600 organisaties, goed voor 3,4 biljoen USD. De snelgroeiende beweging bestaat uit geloofsgroepen (faith-based organisations, FBOs), diverse organisaties en stichtingen, regeringen, ngo’s, educatieve instellingen en pensioenfondsen.
Zie www.interfaithstatement2016.org | www.divestinvest.org.
Appèl van Fez en ‘groene’ preken
Voorafgaand aan COP 22 was er in de Marrokaanse stad Fez een interreligieuze bijeenkomst waar de koning van Marokko een grote rol speelde. De vergadering produceerde op 3 november het ‘Appèl van Fez voor een universeel klimaatbewustzijn’, waarin opgeroepen wordt klimaatverandering bovenaan de politieke en maatschappelijke agenda te zetten.
Ook werd tijdens de twee vrijdagen die in de COP vielen, ‘groene’ preken gehouden in alle moskeeën van Marrakesh en in een aantal daarbuiten. En op 8 november werd in de christelijke Kerk van de Martelaren in Marrakesh een oecumenische dienst gehouden.
Oecumenisch team
Net als in Parijs was een oecumenisch team van dag tot dag druk bezig met lobby- en campagneactiviteiten. Iedere ochtend begon met een oecumenisch morgengebed. Voor nieuwkomers waren er informatiebijeenkomsten en weblezingen met achtergrondinformatie en tips. Kerkelijk hoogwaardigheidsbekleders werden begeleid in hun activiteiten. En er werden verschillende artikelen geschreven en gepubliceerd, getwitterd en geblogd.
De lobbyisten bestonden voor een groot deel uit mensen van ACT-Alliance (de mondiale koepelorganisatie van christelijke hulp- en ontwikkelingsorganisaties) en leden van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken. ACT had van te voren een position paper opgesteld, de klimaatwerkgroep van de Wereldraad talking points. Er waren enkele strategie-sessies voor en tijdens de COP, dagelijkse ochtendbriefings over de stand van zaken in de onderhandelingen, en een debriefing iedere avond. De lobbygroepen richtten zich op de onderwerpen decarbonisatie, klimaatweerbaarheid/adaptatie, financiering en gender/mensenrechten. Als vanouds werd er weer nauw samengewerkt met Climate Action Network (CAN) International en CAN Europe. Na afloop van de COP werd via een interne evaluatie bekeken in hoeverre de oecumenische punten opgepakt waren in de onderhandelingen. Ook buiten de onderhandelingen groeit de invloed van de oecumenische beweging: zo werken enkele organisaties mee aan de invulling van het NDC Partnership dat tijdens COP 22 gelanceerd werd.
Side events, acties en stunts
Leden van het oecumenisch team waren betrokken bij diverse side events. Een greep:
7 nov.: Camp Climate, een side event voor jongeren over klimaateducatie en klimaatprojecten, met een groot aandeel van de LWF.
8 nov.: Side event: ‘Interreligieuze dialoog; geloofsgemeenschappen en klimaatactie’; m.m.v. Wereldraad en overheid Indonesië.
10 nov.: Actie ‘Stop financiering van de fossiele industrie’ – ACT
10 nov.: Side event ‘Schone energie is cruciaal voor armoedebestrijding’. Statement tegen bewering van de kolenindustrie dat daarvoor meer steen- en bruinkool nodig zou zijn. Met verschillende geloofsgroepen, o.a. het Nederlandse FairClimate Fund.
11 nov.: Side event ‘Op weg naar 1,5°C – Ambitie vóór 2020’. Aandacht voor het gebrek aan ambitie van de landen voor de komende jaren. We kunnen niet met maatregelen wachten tot 2020, zeker niet als we 1,5°C willen halen. Alle landen moeten op gelijkwaardige wijze bijdragen aan het proces; ontwikkelingslanden zullen direct het pad van duurzame energie moeten kiezen. Groot aandeel van ACT Alliance, CIDSE (RK zusterorganisatie) en de Global Catholic Climate Movement.
13 nov.: Grote klimaatmars door Marrakesh met afvaardiging van oecumenisch team.
15 nov: ‘Loss & Damage en het Warsaw International Mechanism’. Hoe kunnen we klimaatrechtvaardigheid bereiken? Voor hulp- en ontwikkelingsorganisaties is het onderwerp loss & damage heel reëel; zij hebben daar in hun werk rechtstreeks mee te maken. Hoe kunnen er rechtvaardige oplossingen komen? Aandeel Brot für die Welt.
15 nov.: ‘Making peace with the Earth’, side event van de Wereldraad van Kerken. Over het verband tussen water, voedsel, duurzame landbouw en klimaatverandering. Het is noodzakelijk de voedselvoorziening voor kwetsbare groepen te bewaken en op weg te gaan naar een duurzame voedsel- en watervoorziening.
15 nov.: Gebed en solidariteitsactie met Standing Rock, in hun verzet tegen de Dakota Access Pipeline in de VS. Ondersteuning door de Wereldraad.
16 nov. Stunt op deze speciale Afrika-dag: ‘Vier duurzame energie in Afrika!’ – ACT
17 nov.: Tentoonstelling en stunt ‘The Human Face of Climate Change’ – ACT.
17 nov.: Interreligieus vasten voor het klimaat, plus stunt voor meer ambitie: ‘We are Hungry for Action!’ – ACT
18 nov.: ‘Trust and peacebuilding approaches for ambitious climate action’. Side event van de Wereldraad van kerken over het (op)bouwen van vrede en vertrouwen, teneinde tot ambitieuze klimaatactie te kunnen komen. Die actie is immers afhankelijk van mensen en hun onderlinge relaties. Bijdragen van o.m. Quaker VN-missie en de Brahma Kumaris World Spiritual University. Zie http://unfccc.int/meetings/marrakech_nov_2016/items/9637.php#Side%20events | https://youtu.be/TSwULaTTXBc
18 nov. side event: ‘Addressing Loss and Damage in Developing Countries’ – hoe om te gaan met loss & damage in ontwikkelingslanden? Focus op financiering en verzekeringen, o.m. de noodzaak voor een mondiaal verzekeringsmechanisme voor de landbouw. M.m.v. ACT, overheden Nigeria, Duitsland en Fiji. Zie https://actlearn.adobeconnect.com/climate
18 nov.: Boodschap aan laatste plenaire bijeenkomst van COP 22 van FBOs (faith-based organisations), gewoontegetrouw voorgelezen door een lid van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad. Belangrijkste punten: De SDGs voor 2030 en het Paris Agreement zijn de belangrijkste hoop van de wereld voor een snelle ontwikkeling richting duurzaamheid. Maar er is wel veel meer ambitie van alle landen nodig. De oecumenische beweging draagt deze hoop en spreekt namens velen die geen stem hebben.
Varia
Het Groene Kruis had een foto-tentoonstelling ‘De toekomst die wij willen’. De Wereldraad heeft hieraan bijgedragen.
Een interessant boek al uit 2013, in 2016 als paperback uitgebracht: How the World’s Religions are Responding to Climate Change, Robin Globus Veldman, Andrew Szasz, Randolph Haluza-DeLay ed., Social Scientific Investigations (paperback: 9781138656536)
Over het boek (Engels): A growing chorus of voices has suggested that the world’s religions may become critical actors as the climate crisis unfolds, particularly in light of international paralysis on the issue. In recent years, many faiths have begun to address climate change and its consequences for human societies, especially the world’s poor. This is the first volume to use social science to examine how religions are helping to address one of the most significant and far-reaching challenges of our time.
Video’s en foto’s
zijn hier te vinden:
https://www.youtube.com/playlist?list=PLvEeQ8fYXhc4_bGj6Zw5ImOr-8WGd7_0k
http://www.oikoumene.org/cop22photos
http://www.actalliance.org/cop22
Marijke van Duin, december 2016 / januari 2017
Werkgroep Ecologische Duurzaamheid, Raad van Kerken in Nederland
Klimaatwerkgroep Wereldraad van Kerken
Bronnen o.m. Google Groups oecumenisch team / verslag Thomas Hirsch, Climate and Development Advice, Duitsland, klimaatwerkgroep Wereldraad van Kerken