Verslag/analyse UNFCCC COP 24, 2-15 december 2018, Katowice, Polen
voor de Raad van Kerken in Nederland
“We need to be prisoners of hope” – Afrikaanse ‘oorspronkelijke bewoonster’
Algemeen
COP 24, de 24e klimaattop (Conference of the Parties) van de UNFCCC, zou oorspronkelijk plaatsvinden van 3 t/m 14 december 2018. Van te voren was al besloten om op zondag 2 december te beginnen, maar desondanks werd de top pas in de loop van 15 december beëindigd. Dat illustreert de enorme druk, de zware agenda en de moeizame onderhandelingen. Het was de bedoeling het rulebook voor het Parijse Klimaatakkoord (Paris Agreement, PA) – de spelregels, of draaiboek voor de implementatie van het PA – tijdens COP 24 vast te leggen. Dat is gedeeltelijk gelukt, maar enkele hete hangijzers zijn uitgesteld tot 2019 terwijl het PA in 2020 moet ingaan. Veelzeggend is ook dat de SG van de VN, Guterres, tot driemaal toe de top bezocht. Op de eerste dag hield hij een vlammende speech om de landen aan te sporen het overkoepelend belang boven nationale belangen te stellen. Bovendien zal Guterres op 23 september 2019 een speciale VN-klimaattop houden in New York teneinde de ambitie te verhogen: het is de bedoeling dat landen daar aangescherpte actieplannen prestenteren. Ook tracht Guterres meer klimaatgeld uit de private sector te mobiliseren. Tijdens COP 25, te houden in Santiago, Chili, 2 t/m 13 december 2019, moeten de laatste hordes genomen worden om het PA per 2020 te kunnen laten ingaan.
IPCC-rapport
Met name de eerste week van COP 24 stond het speciale 1,5C-rapport van het IPCC centraal. Dat rapport kwam in oktober 2018 uit en was opgesteld op verzoek van de COP. Het belicht het te verwachten verschil tussen 1,5 graad Celsius opwarming en 2 graden Celsius opwarming (gemiddeld wereldwijd). Die verschillen liegen er niet om: de risico’s op catastrophes zoals zeespiegelstijging, droogtes, overstromingen, stormen, etc. nemen exponentieel toe. Het rapport waarschuwt dat direct begonnen moet worden met wereldwijde significante emissiereductie om niet boven de 1,5C uit te komen – de komende paar jaar zijn cruciaal. (Samenvatting voor beleidsmakers: https://report.ipcc.ch/sr15/pdf/sr15_spm_final.pdf). Veel landen, met name degene die het meest te lijden (zullen) hebben onder klimaatverandering, verwelkomden de inhoud van het rapport en gebruikten het om hun standpunt kracht bij te zetten: de opwarming beperken tot 1,5C. Andere landen, met name de VS, Rusland, Saudi-Arabië en Koeweit, weigerden de bevindingen van het rapport te verwelkomen. Na een bittere woordenstrijd werd het rapport uiteindelijk op neutrale wijze ‘aanvaard’.
Talanoa dialoog
De Talanoa Dialoog (TD), het consultatieproces gestart op instigatie van COP 21 (Parijs), werd officieel afgerond tijdens COP 24. Naast sessies tijdens de tussenliggende klimaattoppen zelf, heeft de TD vorm gekregen in vragenlijsten waar ook de Wereldraad van Kerken (WCC) en andere religieuze organisaties gezamenlijk aan hebben bijgedragen. Centraal stonden drie vragen: Waar zijn we; Waar willen we naartoe; en: Hoe komen we daar? Zie https://www.oikoumene.org/en/resources/cop24-interfaith-submission-to-talanoa-dialogue-2018/. Op de site van de UNFCCC zijn alle bijdragen te vinden: https://unfccc.int/topics/2018-talanoa-dialogue-platform (doorscrollen en onderaan doorklikken).
Rechtvaardige transitie
Voorzitter Polen van COP 24 had/heeft een slechte reputatie op klimaatgebied, zeker binnen de EU. Het land leunt nog zwaar op steenkool en stelt zich over het algemeen weinig constructief op t.a.v. (voorgenomen) EU-klimaatbeleid. Katowice ligt midden in de steenkoolregio en tijdens COP 24 was er dan ook een lobby voor ‘schone’ steenkool vanuit Polen en de VS. Maar Polen had ook een voorzet gegeven om de sociale dimensie van de duurzaamheidstransitie onder de aandacht te brengen, met speciale focus op de belangen van de (mijn)werkers in de steenkoolindustrie. Zo werd de roep om een sociaal-economisch rechtvaardige duurzaamheidstransitie een belangrijk subthema tijdens COP 24. Ook het jaarlijkse statement vanuit de Wereldraad (zie verderop) aan de COP ging hierop in. De ‘gele hesjes’-protesten die tijdens de eerste week van COP 24 in Frankrijk van start gingen, vormden een goede illustratie van de noodzaak de sociaal-economische dimensie van de transitie niet te vergeten.
Uitkomsten COP 24
Positief
1) Het PA rulebook is voor een groot deel rond. Er in staan afspraken omtrent het aanleveren van transparante (emissie)gegevens en MRV waar alle landen die deelnemen aan het PA zich aan moeten houden. De onderhandelingen erover gingen zeker niet van een leien dakje, maar dankzij de op het laatste moment onverwacht soepele houding van China, dat zich eerst verzette tegen de benodigde transparantie, lukte het net.
2) Het Indigenous Peoples’ Platform dat tijdens COP 23 is geïnstalleerd, was prominent aanwezig met onder meer diverse side events (zie verderop in dit verslag). De zogenaamde ‘oorspronkelijke bewoners’, zoals indianen in de VS en Latijns-Amerika, aboriginals in Australië en de bewoners van landen als Fiji, konden hun stem daardoor beter laten horen. Het UNFCCC-secretariaat had veel tijd en ruimte voor hen ingeruimd. De WCC werkt al jaren met deze groepen samen.
3) Een grote groep multinationals, waaronder scheepvaart-gigant Maersk, de Indiase industriegroep Mahindra Group, Ikea en Unilever hebben een coalitie gevormd: We Mean Business, die pittige klimaatambities heeft. Zie https://www.wemeanbusinesscoalition.org/blog/business-delivered-a-clear-message-at-cop24/.
4) The Powering Past Coal Alliance, opgericht tijdens COP 23 door Canada en het VK, heeft nieuwe leden gekregen: de Australische steden Sidney en Melbourne, en Scotland, Senegal and Israël. Zie https://poweringpastcoal.org/.
Negatief
1) Ambitie: er zijn geen nieuwe toezeggingen gedaan omtrent korte-termijn emissiereductie (pre 2020), en ook is daartoe geen politiek signaal afgegeven bijvoorbeeld in de vorm van een COP 24-statement. Daar hadden de klimaat-kwetsbare landen wel op gehoopt. De relevante besluiten zijn slechts bijeengebracht in het zgn. Katowice Climate Package, https://unfccc.int/process-and-meetings/the-paris-agreement/paris-agreement-work-programme/katowice-climate-package. Ook als het PA is ingegaan is het afwachten hoe de ambitie van de landen zich zal ontwikkelen. Het PA is weliswaar een (zo goed als) mondiaal akkoord, maar de inspanningen van de landen om hun emissies te reduceren zijn vooralsnog vrijwillig. Guterres zei herhaaldelijk dat hij de landen de komende jaren voortdurend zal aanspreken op hun ambitie.
2) De poging om afspraken te maken omtrent de wijze van berekening van emissiereductie is geflopt en uitgesteld tot 2019. De hamvraag is: in welk land telt emissiereductie mee als er gehandeld wordt in emissierechten. Het gevaar voor dubbel meetellen (double counting) is reëel en dit punt weegt zeer zwaar. Met name Brazilië lag dwars; het land wil(de) de oude regels voor CDM-projecten handhaven. Of het uitstel soelaas biedt staat te bezien, omdat Brazilië’s nieuwe president Bolsanaro wars is van klimaatbeleid en heeft aangekondigd het bedrijfsleven vrij spel te geven. Ook heeft Brazilië zich teruggetrokken als gastland voor COP 25; dat wordt nu Chili.
3) Klimaatfinanciering. Er is nog steeds geen definitie van klimaatfinanciering. De meeste rijke landen gebruiken bestaand ontwikkelingsgeld als klimaatgeld. De arme landen willen dat klimaatgeld geoormerkt wordt en bovenop bestaand ontwikkelingsgeld komt. Zij zullen veel geld nodig hebben voor adaptatie (aanpassing aan klimaatverandering), voor verdere economische ontwikkeling zonder fossiele brandstoffen – dus voor moderne technologie –, in verband met noodgedwongen klimaatmigratie, en voor geleden schade en verlies (L&D). Of de toegezegde jaarlijkse $ 100 miljard per 2020 voor het Green Climate Fund (GCF) zonder de (federale) VS kan worden gehaald, is nog niet duidelijk. De rijke landen zullen wel rapporteren over hun voortgang om het geld bijeen te brengen. Binnen de COP is nog volop discussie of het moet gaan om leningen of giften en/of allerlei tussenvarianten, en binnen het bestuur van het GCF is bovendien een hoop geharrewar over de criteria voor door het GCF te financieren projecten.
Daarnaast was tijdens COP 24 een langdurige discussie over het al langer bestaande Adaptation Fund: wel of niet onderbrengen in het PA? Met name de Afrikaanse landen waren daar tegen: zij zijn beducht voor ‘global governance’, waar de rijke landen juist wél voor pleiten.
Sowieso hebben veel ontwikkelingslanden kritiek op de enorme bureaucratie rond de fondsen.
4) Loss & Damage (L&D). Was tijdens COP 23 L&D al naar de marge verwezen, tijdens COP 24 was dat niet anders. Weliswaar duikt L&D hier en daar op in de tekst, maar er zijn geen nieuwe toezeggingen gedaan. En bij de cruciale passages over financiën wordt L&D niet meer genoemd. Wel wordt de WIM voortgezet.
(groen = mening en/of achtergrond)
Mijn indruk is dat de onderstroom in de klimaatonderhandelingen de laatste paar jaar sterker wordt. Het lijkt erop dat de ontwikkelingslanden genoeg hebben van de door de rijke landen opgelegde sturing, waarschijnlijk mede vanwege het koloniale verleden. Tegelijkertijd weigeren de rijke landen enige vorm van aansprakelijkheid en ge-/misbruiken ze hun macht tijdens de onderhandelingen. Deze onderstroom wordt m.i. veel te weinig opgemerkt en de impact ervan onderschat. In het oecumenisch team gaan stemmen op om de historische dimensies van het klimaatdebat (de ‘klimaatschuld’) te verbinden met de koloniale geschiedenis, om zo naar een nieuw evenwicht te streven. Maar het is de vraag wat de beste strategie is: dit inderdaad doen en ‘de historische beerput’ openmaken, of dit niet doen en snel toewerken naar een nieuwe situatie waarin de rijke landen het traject bepalen. Dan zouden alsnog mensenrechten, equity, CBDR, SDGs hun beslag kunnen krijgen, zij het op voorwaarden van de rijke landen. Dit roept echter wel vragen op: Kan dat überhaupt, en: Wat werkt het snelst?
Side events / themadagen / onderwerpen
Tijdens de side events worden nieuwe ideeën, projecten en wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd. Er zijn vaak overlappingen met COP-discussies. Een aantal nader belicht:
1) Jongere generaties. De Zweedse tiener Greta Thunberg, tijdens COP 24 vijftien jaar oud, was prominent aanwezig tijdens diverse side events en persconferenties. Een paar citaten: “Ruim je eigen rotzooi op, jullie ouderen die ons in de steek hebben gelaten!” “Hoop kan alleen ontstaan op grond van actie. Laten we redden wat er te redden valt.” “Onze leiders zijn net kinderen: ze durven de waarheid niet te zeggen en geen verantwoordelijkheid te nemen.” “Waarom zou ik naar school gaan als de wetenschap niet serieus wordt genomen?” Andere jongeren(organisaties) pleitten voor een snelle afbouw van subsidies op de fossiele industrie, en voor het centraal stellen van ethische waarden, waarbij de eeuwen van kolonialisme en slavernij mee zouden moeten wegen.
2) Landbouw. Een van de speerpunten van deze COP, met de Agriculture Advantage 2.0-serie. Er werden diverse onderzoeken gepresenteerd, waaruit blijkt dat de negatieve lange-termijn effecten van klimaatverandering op de landbouw niet te onderschatten zijn. Gepleit werd voor betere samenwerking tussen wetenschap, kennisinstituten, overheden en landbouwers zelf: minder top-down regelgeving, meer bottom-up input, op zoek naar klimaatbestendige gewassen en voedsel. Ook moet er sterk ingezet worden op energie- en waterefficiëncy (irrigatie!).
3) Oceanen. Het initiatief van COP 23 werd voortgezet in een aantal themadagen. Een voortrekkersgroep wil oceanen en hun grote rol voor het klimaat in de NDCs op laten nemen, zodat er beter beheer komt. Vooralsnog bleef het bij een aantal side evens, maar de interesse van Parties groeit wel en de VN brengt binnenkort een Ocean Report uit. Case studies omvatten o.m. de impact van oceaanverzuring op het mariene leven – hele voedselketens lopen gevaar. Evt. CO2-opslag in oceaanbodems is risicovol: ca. 80% zal weglekken. Er is nu een Ocean Alliance, aangestuurd door de VS-staat Washington, met meer dan 70 leden.
4) (Regen)wouden/REDD+. Tijdens de speciale regenwouden-dagen stonden met name centraal Brazilië, Colombia, Peru, Congo, Indonesië en Birma. Er werden diverse projecten gepresenteerd, waarbij opviel dat Noorwegen en Duitsland belangrijke donors zijn. ACT-Alliance is betrokken bij de Rainforest Alliance die landen/bewoners ondersteunt. Belangrijke punten: in veel arme bosrijke landen is bosmanagement (nog) niet opgenomen in het NDC. Nodig is een geaccepteerde baseline voor bosgerelateerde emissies (Forest Reference Emission Levels). En om goede MRV te ontwikkelen hebben veel landen hulp nodig. Wel hebben meer dan 50 rijkere landen REDD+ opgenomen in hun NDC. Casus Indonesië: slechts een klein percentage bosgebied is beschermd; van het overige bosgebied zijn al veel concessies verkocht. De regering budgetteert slechts een kwart van wat nodig is aan compenserende bosaanplant.
5) Indigenous peoples. Er waren diverse side events met oorspronkelijke bewoners uit het Amazonegebied, Siberië, Lapland, Birma, Kenia e.a. Veel oorspronkelijke bewoners, bijv. in het Amazonegebied, worden door hun nationale regeringen niet vertegenwoordigd. Daardoor komen hun belangen niet aan bod, wordt hun land (bos) niet beschermd, en kunnen zij de NDCs niet meebepalen. Een pilotproject in Peru probeert dat veranderen door de input van oorspronkelijke bewoners bij beleidsbepaling te regelen. Ook de WB werkt voor het eerst samen met indigenous bewoners bij bosconserveringsprojecten.
Bij één bijeenkomst kwamen alleen vrouwen aan het woord: een zeer indringende avond met levens- en vooral lijdensverhalen. Vrouwen worden dubbel gediscrimineerd: omdat ze indigenous zijn en omdat ze vrouw zijn. Een vrouw uit Brazilië had diverse familieleden verloren – vermoord vanwege milieuactivisme; een vrouw uit Peru benadrukte dat m.n. de vrouwen, die de meeste plantenkennis hebben, zouden moeten meepraten over klimaatverandering – hele tradities dreigen er momenteel te verdwijnen; een jonge vrouw uit Lapland vertelde hoe de Samicultuur onder druk staat: de rendieren kunnen ’s winters niet bij het gras/mos, omdat de laatste jaren de sneeuw overdag smelt maar ’s nachts weer bevriest en dan ijs wordt –> onder de ouderen heerst depressie en wanhoop, jongeren trekken weg; een vrouw uit Birma vertelde hoe cyclonen vooral oorspronkelijke bewoners treffen: zij krijgen vaak geen hulp; vrouwen uit Taiwan en Kenia vertelden over hun verzet en acties. Zij brengen hun indigenous kennis in en dragen zo bij aan adaptatieprojecten, o.m. via de International Alliance of Tropical Forests.
Probleem: oorspronkelijke bewoners hebben vaak geen toegang tot klimaatfondsen…
6) Wetenschappers. Diverse organisaties, o.m. de Union of Concerned Scientists (UCS), al 50 jaar oud, pleiten voor een sterkere verbinding tussen wetenschap en politiek beleid, en voor meer klimaatgeld, niet alleen via GCF en andere klimaatfondsen. Er moet een integrale strategie voor transformatie komen, met inbegrip van genderspecifieke onderwerpen/mensenrechten. De UCS is één van de horzels die president Trump bestoken. Tegelijk liet de UCS zien dat de VS op diverse manieren toch bijdraagt aan klimaatbeleid en – financiering. Ca. 50% van de bevolking neemt via 17 VS-staten toch nog deel aan het PA.
7) Migratie en risicomanagement. Met o.m. Brot für die Welt. Bangladesh telt al 10 miljoen klimaatvluchtelingen, m.n. in het zuidwesten. Als de zeespiegel 1 meter stijgt zullen dat er 40 miljoen zijn. Niet alleen overstroming, maar ook verzilting van zoet water vormt daar – en in andere laaggelegen gebieden wereldwijd – een groot gevaar. In Sahellanden als Mali is verdroging het grootste probleem. Het Internal Displacement Monitoring Centre in Genève registreerde in 2017 ca. 1300 interne migratiestromen. En de Taskforce on Displacement (onder de WIM) stelt in haar laatste rapport het verband tussen Disaster Risk Reduction (DRR) en de Sustainable Development Goals (SDGs) aan de orde in (in gewoon Nederlands: zolang de broeikasgasemissies wereldwijd niet naar beneden gaan zal het heel moeilijk worden de SDGs te halen). De aanbevelingen van de Taskforce zijn in lijn met het onlangs in Marrakesh overeengekomen Global Compact on Migration en is gebaseerd op aanvaarde mensenrechten en internationale afspraken. (N.B. Nederland heeft het Compact wel ondertekend maar op voorwaarde dat er geen juridische consequenties zijn.)
Het rapport van de Taskforce kwam ook in informele consultaties van COP 24 zelf aan de orde. Ontwikkelingslanden, o.a. de Afrikaanse groep, drongen aan op formele COP-beslissingen op grond van de aanbevelingen; idem het Internationale Rode Kruis. Een deel van de Parties ondersteunde dit; de EU en andere rijke landen wilden alleen refereren aan de aanbevelingen. Duitsland is een belangrijke donor van de Taskforce.
8) Gezondheid. Het Special Report on Health and Climate Change werd gepresenteerd, een coproductie van de VN en de WHO. Belangrijkste punt: de leefomstandigheden zijn in veel m.n. Aziatische regio’s nog nooit zo slecht gweest. De strijd tegen luchtvervuiling moet hand in hand gaan met de strijd tegen klimaatverandering. In plaats van te kijken naar de kosten hiervan zou gekeken moeten worden naar de opbrengsten: betere gezondheid betekent minder kosten. Zie: https://www.who.int/globalchange/publications/COP24-report-health-climate-change/en/.
9) Big Shift. Met o.m. Christian Aid. Multi- en biaterale ontwikkelingsbanken investeren nog steeds grootschalig in olie, wel nu iets minder in steen-/bruinkool. De EIB neemt het eigen beleid binnenkort onder de loep. Ook de WB zoekt naar ander beleid en plant in 2021-2025 $ 200 miljard investeringen in mitigatie- en adaptatieprojecten. Het grootste probleem vormen de ontwikkelingsprojecten: toegang tot energie betekent nog steeds voornamelijk fossiele brandstoffen. De IEA pleit voor kleinschalige oplossingen (mini-grids); ngo’s/Christian Aid voor een ‘big shift’: economische ontwikkeling via duurzame energie, tevens banenmotor.
10) Duurzame productie en consumptie. In 2018 is de wereldwijde CO2-uitstoot weer gestegen (ca. 35 gigaton). Een groot probleem vormen nog steeds de (verborgen) subsidies op de fossiele industrie. Al decennia wordt ervoor gelobbied die wereldwijd uit te faseren, maar tot nu toe is dat tegengehouden door m.n. G7 en OPEC. Het gaat om gigantische bedragen van honderden miljarden dollars per jaar. Na een daling in de periode 2012-2016 is er volgens de IEA nu weer sprake van een stijging, zie: https://www.iea.org/newsroom/news/2018/october/hard-earned-reforms-to-fossil-fuel-subsidies-are-coming-under-threat.html. Ook is er sprake van een lichte steenkool-opleving, vooral in Azië waar dit nog de goedkoopste energiebron is. Om na 2020 te kunnen afbouwen is wereldwijd een hogere koolstofprijs nodig. China mikt op 40 à 45% steenkool in de energiemix in 2050. Het ondersteunen van de duurzaamheidstransitie in Azië is noodzakelijk. Mensen moeten andere prioriteiten krijgen (simpel leven) en leren delen. Moeilijke barrière: (de kosten van) financiering van duurzame energie, ook vanwege aanpassingen van de energie-infrastructuur. In India worden desondanks grote stappen gezet, ook met kooksystemen op zonne-energie.
In de rijke(re) landen gaat R&D van warmtepompsystemen, koelsystemen en accu’s/batterijen gestaag door, maar er moet ook gwerkt worden aan sociaal draagvlak.
11) Mensenrechten. Dit blijft een belangrijk (lobby)punt tijdens de COPs. Veel ngo’s pleiten voor een opener klimaatproces en een mensenrechtenplatform bij de UNFCCC. Er is nu weliswaar een officiële mensenrechten-‘workstream’ binnen de COPs, maar die heeft nog geen tekstaanscherpingen opgeleverd. Volgens het Centre for International Environmental Law worden de komende paar jaar cruciaal en moet hard gewerkt worden aan betere nationale overheidsondersteuning.
12) Klimaatrechtszaken en -wetgeving. Met o.m. CAN-I. Momenteel lopen er wereldwijd meer dan 1000 klimaatrechtszaken, deels tegen nationale regeringen, met de Nederlandse Urgendazaak als voorbeeld: o.m. Canada, Duitsland (per oktober 2018), VS, Ierland, Zwitserland, Filipijnen. Verder diverse familiezaken, waaronder The Peoples’ Case: Sami-families tegen de EU. Andere zaken betreffen de aansprakelijkheid van oliemaatschappijen, waaronder New York City tegen de vijf grootste oliemaatschappijen (incl. Shell), en Milieudefensie e.a. tegen Shell in Nederland. Om juridisch meer houvast te hebben moeten de ambities van het PA z.s.m. vervat worden in wetgeving.
Oecumenisch team en geloofsgemeenschappen
In de aanloop naar COP 24 had het Europees Christelijk Milieunetwerk (ECEN) een eigen Assemblee gehouden, ook in Katowice (6-10 oktober 2019). Hierdoor waren er goede contacten gelegd die tijdens de COP van pas kwamen.
Activiteiten oecumenisch team/WCC tijdens de COP:
– Stand van ACT Alliance;
– Lobby en advocacy, focuspunten: meer ambitie op alle fronten, meer klimaatfinanciering m.n. voor adaptatie en L&D, sterkere koppeling met SDGs; mensenrechten centraal → rechtvaardige transitie;
– Diverse stunts;
– Side events (vaak coproducties);
– Coördinatie (groeiende) multireligieuze samenwerking; organisatie van enkele goed bezochte bijeenkomsten. Het UNFCCC-secretariaat steunt de faith-based input, en ook wetenschappers erkennen het belang hiervan;
– Opvang deelnemers klimaatpelgrimages: te voet uit Italië en uit Duitsland, en per fiets uit Noorwegen op 7 december;
– Deelname protestmars op 8 december door Katowice: ‘Climate Justice Now’;
– Inbreng in diverse lokale kerkdiensten in Katowice op zondagochtend 9 december;
– Multireligieuze dienst in Katowice op zondagmiddag 9 december in kathedraal Christ the King;
– Statement in plenaire zitting van het high-level segment van COP 24 ‘Climate justice is at the heart of just transitions’, uitgesproken op 13 december door ds. Henrik Grape (Zweden), tevens coördinator van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad. Zie: https://www.oikoumene.org/en/resources/climate-justice-is-at-the-heart-of-just-transitions-statement-from-the-faith-communities-to-the-plenary-of-the-high-level-ministerial-segment-of-cop24/. Het statement was gebaseerd op het eerdere statement van het dagelijks bestuur van de Wereldraad: WCC Executive Committee Statement on COP 24 and Just Transition to Sustainable Economy (7 November 2018).
Meer statements en persberichten:
– WCC/ACT Alliance/LWF persbericht 30 november “COP24: Global church bodies urge transformative action to protect the most vulnerable”
– WCC persbericht 5 december “Faith groups at COP24 advocate for just transitions”
– Preek op 9 december: WCC president at COP24: “God wants us to be stewards for the whole ecological weave, for our shared home, for the oikoumene”
– Op 11 december stuurde oecumenisch patriarch Bartholomeus een brandbrief naar COP 24:
Amsterdam, maart/april 2019
Marijke van Duin
Marijke van Duin is sinds 2000 lid van de Klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken. Zij was aanwezig bij COP 24 van 3 t/m 9 december 2018 en volgde de conferentie daarna digitaal.
Afkortingen
CAN-I – Climate Action Network International, een samenwerkingsverband van meer dan 1300 ngo’s wereldwijd.
CBDR – Common But Differentiated Responsibilities (gezamenlijke maar verschillende verantwoordelijkheden): een kernelement van de Conventie en belangrijk punt tijdens de onderhandelingen.
CDM – Clean Development Mechanism: projectvorm waarbij emissiereductie in een ontwikkelingsland het rijke gastland emissiecertificaten oplevert.
COP – Conference of the Parties: conferentie van de deelnemende landen aan de UNFCCC.
ECEN – European Christian Environmental Network, Europees christelijk milieunetwerk opgericht in 1998.
EIB – Europese Investerings Bank.
G7 – De 7 grootste industrielanden en de Europese Unie: Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, de VS, Canada en de EU.
GDF – Green Climate Fund, overeengekomen tijdens COP 15 (2009, Kopenhagen).
IEA – International Energy Agency.
IPCC – Intergovernmental Panel on Climate Change, de groep van honderden klimaatwetenschappers wereldwijd die wetenschappelijke rapporten en analyses schrijven voor de VN.
L&D – Loss & Damage: schade en verlies als gevolg van klimaatverandering.
LWF: Lutherse Wereldfederatie.
MRV – measurement, reporting and verification: de pijlers van transparant (klimaat)beleid en management.
NDC – Nationally Determined Contribution: nationaal klimaatplan onder het PA dat iedere vijf jaar opgeschaald moet worden.
OPEC – Organization of the Petroleum Exporting Countries, organisatie van olie-exporterende landen.
PA – Paris Agreement, het in 2015 in Parijs gesloten klimaatakkoord.
R&D – Research and Development: onderzoek en ontwikkeling.
REDD+ – Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation via o.m. conservatie en duurzaam management.
SDGs – Sutainable Development Goals, 17 duurzame ontwikkelingsdoelen die door de VN zijn vastgesteld en in 2030 verwezenlijkt moeten zijn.
SG – Secretary General, algemeen secretaris.
TD – Talanoa Dialogue: consultatieproces tussen COP 21 en COP 24 waaraan ook niet-Parties konden deelnemen (de WCC heeft deelgenomen).
UNFCCC – United Nations Framework Convention on Climate Change: de ‘paraplu’ waaronder de klimaatonderhandelingen plaatsvinden.
VK – Verenigd Koninkrijk.
VN (UN) – Verenigde Naties (United Nations).
VS – Verenigde Staten van Amerika.
WB – Wereldbank.
WCC – World Council of Churches, Wereldraad van Kerken.
WHO – World Health Organisation, Wereldgezondheidsorganisatie.
WIM – Warsaw International Mechanism: opgetuigd tijdens COP 19 (2013 in Warschau) om schade en verlies als gevolg van klimaatverandering te addresseren.
Laatste ontwikkelingen
(groen = mening)
In de maanden na COP 24 is er het nodige gebeurd. Om te beginnen waren er in diverse landen klimaat-/weergerelateerde rampen. Verder:
1) Jongerenprotesten. Na het optreden van Greta Thunberg tijdens COP 24 heeft haar protestactie een hoge vlucht genomen. In veel landen demonstreren scholieren en studenten soms wekelijks voor beter klimaatbeleid, met als voorlopig hoogtepunt een opkomst van 1,6 miljoen jongeren in meer dan 100 landen op 19 maart 2019. Zie hier een videoverslag: https://www.facebook.com/350.org/videos/599414933857359/.
2) New Green Deal. In de VS timmeren het Democratische congreslid Alexandria Ocasio-Cortez en idem senator Ed Markey flink aan de weg met de New Green Deal. Dat is een ambitieus plan om de VS in zijn geheel in 2050 klimaatneutraal te krijgen, via een sociaal verantwoorde transitie. Centraal staat het halen van 1.5C. Belangrijk onderdeel is 100% hernieuwbare energie binnen tien jaar. De NGD wordt breed omarmd, ook door organisaties waar de WCC mee samenwerkt.
3) Geo-engineering. Zwitserland heeft het initiatief genomen om geo-engineering op de agenda van de jaarlijkse UNEA (United Nations Environment Assembly) te zetten (maart). Geo-engineering betekent technologisch ingrijpen in aardse processen, bijv. wolken maken, kleine deeltjes in de atmosfeer brengen om zonnestraling te reflecteren, etc. Het is omstreden, maar er wordt wel steeds meer over gepraat. Tijdens de UNEA is het niet gelukt om er consensus over te bereiken, maar dit onderwerp zal naar verwachting de komende jaren steeds belangrijker worden.
N.B. vlak vóór de UNEA in Nairobi, stortte een vliegtuig (Boeing 737 Max) neer dat daarheen op weg was vanuit Addis Abeba. De WCC heeft hierbij een staflid verloren. Ook een aantal internationale milieujuristen vond de dood.
4) Desinvesteren. Het proces van desinvesteren uit de fossiele industrie gaat gestaag door. Begin maart besloot het Noorse staatsfonds (één van de grootste institutionele beleggers ter wereld) een begin te maken met het terugtrekken van investeringen uit de olie-industrie, terwijl al een paar jaar geleden gestopt is met investeren in de steenkool-industrie. Een paar weken later besloten 22 Nederlandse investeerders te stoppen met investeren in de fossiele industrie, goed voor ca. 200 miljoen euro, zie https://www.ad.nl/economie/rijke-nederlanders-stappen-uit-beleggingen-in-olie-en-gas-dit-is-een-duidelijk-signaal~aa36e5aa/. En op 22 maart kondigde de Oostenrijkse RK bisschoppenconferentie aan te zullen stoppen met investeren in alle bedrijfstakken die fossiele brandstoffen uit de grond halen, of er producten van maken. Hiertoe zal het ‘divestment commitment’ van de Global Catholic Cimate Movement ondertekend worden. Na België en Ierland is het de derde nationale bisschoppenconferentie die dit doet.
5) Verdere kerkelijke ontwikkelingen.
– De Duitse EKD heeft een discussiepaper samengesteld over het belang van Agenda 2030 (in 2030 moeten de 17 SDGs gehaald zijn), speciaal gericht op wereldlijke en kerkelijke beleidsmakers. Klik hier voor de pfd.
– De Ev. Lutherse kerk van Finland streeft naar klimaatneutraliteit in 2030. Hiertoe is op 26 februari een speciale energie- en klimaatstrategie ontwikkeld en ondertekend.
– Op 27 februari heeft de Church of Schotland de Schotse regering opgeroepen het land uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te laten zijn. Lees hier de betreffende speech.
– Van 25-28 mei wordt in Oslo een oecumenische conferentie gehouden: Churches’ contribution to a sustainable society, subtitel ‘Tussen hoop en wanhoop – wat te doen en hoe?’. Een coproductie van de Noorse kerk en ECEN.
– De Duitse Kirchentag, 19-23 juni in Dortmund, besteedt weer volop aandacht aan klimaat en duurzaamheid, o.m. met een panel ‘Environment, climate and justice – act now’ op 20 juni.
– Er is een oecumenisch ‘duurzaamheids’-preekproject opgestart: www.sustainable-preaching.org. Predikanten/priesters worden opgeroepen ideeën te delen.
5) EU klimaatbeleid. Tot voor kort was Duitsland de grote aanjager op klimaatgebied, maar die positie is overgenomen door Frankrijk. Dit land wil in 2050 klimaatneutraal zijn (= niet méér broeikasgassen uitstoten dan er worden opgenomen). Bovendien pleit Frankrijk voor een speciale EU-klimaatbank, en maakt hier een item van voor de Europese verkiezingen op 23 mei 2019. Duitsland daarentegen heeft grote moeite om van de bruin- en steenkoolindustrie af te komen: een concept-klimaatwet die klimaatneutraliteit in 2050 moet garanderen is er nog lang niet door. Politiek analisten vrezen dat de Europese as Duitsland-Frankrijk door deze verwijdering zal verzwakken. En dan is er nog de Brexit, onlangs uitgesteld tot ….???? Mocht de Brexit doorgaan, dan valt het VK niet meer onder het EU-klimaatbeleid.
6) Nederland. Ons land is vooralsnog het slechtst presterende land op klimaatgebied binnen de EU, zie https://www.energievergelijk.nl/nieuws/nederland-het-verst-achter-met-klimaatdoelstellingen. Aangezien het hoger beroep in de rechtszaak Urgenda – NL Staat in oktober jl. gewonnen is door de eisers, is Nederland nu gedwongen beter klimaatbeleid te ontwikkelen. Toch komt het Nederlandse klimaatakkoord moeizaam van de grond. In eerste instantie is geweigerd er een CO2-tax in op te nemen, hetgeen geleid heeft tot het weglopen van de milieuorganisaties bij de onderhandelingen (‘klimaattafels’). Sinds februari/maart geeft het kabinet Rutte echter aan alsnog te voelen voor een CO2-tax, al is niet aangegeven hoe die er dan uit moet zien. Eind april wordt hierover uitsluitsel verwacht. De doorrekeningen van o.a. het CPB laten zien dat de maatregelen in het akkoord naar verwachting niet voldoende zijn om de doelstellingen (49% emissiereductie in 2030 en 95% in 2050) te halen, maar wel een belangrijke stap in de goede richting. De laatste verkiezingsuitslag (Statenverkiezingen 20 maart jl.) duidt erop dat Nederland, evenals andere landen, in toenemende mate te maken heeft met politieke polarisatie (m.i. voor een deel veroorzaakt door onzekerheid/angst bij burgers t.a.v. het klimaatbeleid en de gevolgen daarvan: oneerlijke financiële verdeling, migratie etc.).
7) Eerste VN Klimaat- en SDGs-synergie conferentie in Kopenhagen, begin april. Belangrijkste punten: meer synergie is nodig, klimaatmaatregelen moeten banen scheppen en meehelpen de SDGs te behalen, dus geen trade-offs meer; er komt een VN-platform om synergie-kennis en best practices te delen; er moet meer werk gemaakt worden van de bescherming van bossen en oceanen via multi-stakeholder partnerships; er is een Cool Coalition gevormd om de transitie naar schone koelsystemen te bevorderen (o.a. airco).
De uitkomsten van deze conferentie gaan naar het High-level Political Forum on Sustainable Development in New York 9-15 juli 2019, waar SDG 13 (klimaatactie) zal worden doorgelicht. Zie voor persbericht https://unfccc.int/news/experts-leaders-agree-on-key-ways-to-mobilize-accelerated-action-for-climate-sustainable-development.