In De Groene Amsterdammer van 23 juli 2020 schrijft Oscar Bouwhuis over witte mensen die zich geen raad weten met hun schuldgevoel aangaande racisme. Ik meen een oplossing te hebben voor het inlossen van deze witte schuld. Nee, niet met een Tikkie of een goedbedoelde brief. Het gaat veel verder.
Ook ik heb jaren geworsteld met witte schuld en me klein en miserabel gevoeld. Voortdurend werd ik ermee geconfronteerd in de internationale oecumene (samenwerking van christelijke kerken). In 1998 was ik afgevaardigde bij een Assemblee van de Wereldraad van Kerken, in Harare, Zimbabwe. Daar sprak Nelson Mandela een volle zaal toe. Alle niet-witte mensen werden uitgenodigd op te staan, de witte moesten blijven zitten. Op zichzelf al behoorlijk intimiderend. Mandela sprak luidkeels, de niet-witten spraken hem in koor na: ‘Nooit meer slavernij, nooit meer kolonialisme, nooit meer racisme, nooit meer apartheid, nooit meer uitbuiting.’ En dat een keer of tien achter elkaar.
Ter plekke had ik door de grond willen zakken. Dat was het begin van mijn échte, diepe, bewustwording.
Enkele jaren later, inmiddels lid van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken, sprak ik over deze ervaring met een medelid uit Oeganda. Met moeite en beschaamd probeerde ik haar te overtuigen van mijn diepe schuldbesef. Tot mijn grote verrassing zei ze koeltjes: ‘Daar heb ik niets aan. Je bent en blijft een witte vrouw uit het rijkste deel van de wereld. Zolang je je schuldig blijft voelen draait alles nog steeds om jou. Het wordt tijd dat je dat achter je laat en aan het werk gaat. Pas als je je gaat inzetten voor de afschaffing van moderne slavernij, moderne apartheid en een eerlijke welvaartsverdeling kan ik jou als gelijke beschouwen.’
Dat kwam hard aan. Maar het was ook een eyeopener, én bood opluchting in de vorm van handelingsperspectief. Natuurlijk hebben niet-witte mensen van nu niets aan dat kleffe schuldgevoel. Er kan pas sprake zijn van echte en gevoelde gelijkwaardigheid als witte mensen zich daadwerkelijk inzetten voor een gelijkwaardige wereld. Met andere woorden: stappen terug zetten, ruimte maken, niet ‘liefdadigheid’ beoefenen, maar structurele veranderingen helpen bewerkstelligen. Want het is ónze rijke wereld die de schrijnende ongelijkheid in stand houdt, zowel psychologisch als materieel.
Terug naar het klimaat. Na getuige te zijn geweest van de zoveelste klimaattop van de Verenigde Naties begon ik de onderstroom in de onderhandelingen haarfijn aan te voelen. De rijke, witte landen zetten al decennia in op business as usual: een neoliberaal kapitalistisch financieel-economisch systeem, maar dan met ‘groene(re)’ producten en diensten. Die landen zijn best bereid de helpende hand uit te steken naar niet-rijke landen, maar wél op hun voorwaarden, lees: verdienmodellen. Die niet-rijke landen, hoe divers ook, bezien dat met meer of mindere mate van argwaan, en zetten zo af en toe stevig de hakken in het zand. Hun inwoners zijn namelijk buitenproportioneel slachtoffer van klimaatverandering, een proces dat zich ook nog eens grotendeels buiten hun toedoen voltrekt. Niet zij hebben immers al die broeikasgassen de atmosfeer in gepompt. Daarom blijven deze landen hameren op compensatiebetalingen – maar dat is aan westerse dovemans oren gezegd. Witte schuld is vooralsnog non-existent in de klimaatonderhandelingen…
Een dramatische herhaling van zetten dreigt. Opnieuw overvleugelt de witte westerse wereld – zeg ik voor het gemak maar even, hoewel China daar inmiddels deels bij hoort – de arme(re) landen die overwegend niet-wit zijn. Opnieuw reserveert de westerse wereld het leeuwendeel van de aardse hulpbronnen, inclusief de atmosfeer, voor zichzelf. Opnieuw dicteren wij rijke witte mensen wat anderen moeten of kunnen. Of beter gezegd: niet kunnen. Pas als dat wordt omgebogen kunnen racisme en institutionele ongelijkheid de wereld uitgeholpen worden.
Mijn oplossing voor het inlossen van de eeuwenoude witte schuld is simpel. Punt één: word je bewust van de verbanden. De verbanden tussen kolonialisme, slavernij, racisme, apartheid, uitbuiting, en de manier waarop de wereld van nu functioneert – inclusief de gevolgen, zoals klimaatverandering. Punt twee: (witte) mensen die wakker geworden zijn kunnen zich oriënteren op wat het beste bij hen past. Lokale (klimaat)activiteiten? Meedoen aan grotere netwerken? De politiek in? Demonstreren? Whatever. Als het maar gericht is op het terugdringen van ongelijkheid en klimaatverandering, dus op het creëren van een gelijkwaardige wereld zonder (verborgen) racisme.
Een paar tips voor al die schuldbewuste witte mensen: vraag je pensioenfonds te stoppen met investeren in de fossiele industrie. Dring er bij je regering op aan nu eindelijk die fossiele subsidies eens af te bouwen. Steun klimaatrechtszaken. Steun open-sourced technologische ontwikkelingen, zodat westers octrooi- en ander eigendomsrecht geen roet in het eten gooit voor arme(re) landen. Steun het delen van goederen en diensten, eet en leef zo groen mogelijk. Et cetera. Pas als de diverse anti-racisme-, anti-armoede- (gele hesjes!) en klimaatbewegingen elkaar gevonden hebben, kan de juiste weg worden ingeslagen. Maar oefen geduld en houd vol, want de strijd is nog maar net begonnen.
Marijke van Duin
Sinds 2000 lid van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken die de VN-klimaatonderhandelingen monitort.
(Zandvoort, 13 september 2020)