Kabinet heeft januskop
Vorige week, op 24 september, werd het Tweede Kamerdebat gehouden over de uitspraak in de Urgenda klimaatzaak. Vriend en vijand waren (on)aangenaam verrast over deze uitspraak, gedaan in juni. Zou de staat het vonnis (25% reductie van CO2-uitstoot in 2020 vergeleken met 1990) zondermeer accepteren? Nee dus. Tijdens een Ronde Tafel een paar weken vóór het Kamerdebat werd weliswaar gesteld dat de overheid het enerzijds eens is met de reductiedoelstelling, en dus het vonnis zal gaan uitvoeren. Maar de overheid kon anderzijds niet over haar kant laten gaan dat een rechter zich met het overheidsbeleid bemoeit en zou dus in beroep gaan.
Als het bovenstaande echt waar zou zijn, zou de route die Urgenda heeft geopperd een prima oplossing zijn. Namelijk een ‘gewoon’ hoger beroep overslaan, en direct in cassatie gaan. Dan zou de Hoge Raad zich meteen kunnen buigen over de staatsrechtelijke kant van de uitspraak, en zou het vonnis inhoudelijk kunnen blijven staan. Bovendien zou deze route veel tijd en geld schelen. Maar nee, ondanks ondersteunende pleidooien door diverse Kamerleden tijdens het debat, heeft het kabinet toch het gewone hoger beroep gekozen. De aap kwam uit de mouw via minister Kamp (EZ). Met de VVD aan zijn zijde, meldde hij namelijk dat het vonnis wat hem betreft ook inhoudelijk tegen het licht gehouden moet worden. Het hoger beroep is op 23 september, één dag voor het Kamerdebat dus, aangevraagd…
Hoe zit het nu? Is de overheid nu wel of niet van zins het vonnis inhoudelijk te gaan uitvoeren? Tja. Minister Kamp heeft op 24 september bij hoog en bij laag volgehouden dat de overheid dat bij voorbaat inderdaad zal gaan doen. Maar let op de woorden ‘bij voorbaat’. Stel dat het hoger beroep drie jaar gaat duren en een geheel andere uitspraak oplevert. Dan is het nog maar de vraag of de overheid de lijn van het eerste vonnis zal vasthouden.
Slim gemanoeuvreerd door het kabinet! Want ‘Parijs’ komt eraan (de 21e aflevering van de VN-klimaatonderhandelingen), en dan moet Nederland natuurlijk goed voor de dag komen. Nederland is immers lid van de EU, en die gaat er in de internationale arena prat op koploper te zijn qua klimaatbeleid. Bovendien wordt de Urgenda-zaak in het buitenland met argusogen gevolgd. Dus let op mijn woorden: in Parijs zal Nederland goede sier proberen te maken door te benadrukken dat het vonnis ‘uiteraard’ zal worden uitgevoerd – want dat past in verantwoord klimaatbeleid. Maar ondertussen blijft er ruimte om af te wachten wat COP 21 gaat opleveren, en kan de Nederlandse beleidslijn eventueel worden aangepast, mede dankzij het hoger beroep…
Naar ‘de wereld’ toe houdt Nederland op deze manier mooi de schijn op. Maar richting het eigen land werden op 24 september de maskers al afgezet. Hoewel vrijwel alle politieke partijen tijdens de Ronde Tafel het Planbureau voor de Leefomgeving hadden gevraagd uit te zoeken wat de (CO2) baten en lasten zijn van het op korte termijn sluiten van álle kolencentrales in ons land, werd iedere hoop in die richting door minister Kamp op 24 september doelgericht de grond in geboord. Hij piekert er niet over de nieuwere centrales te sluiten zei hij, want (Duitse!) bedrijven als RWE en E.ON hebben daar miljarden in gestoken. En het kabinet kan natuurlijk niet medeplichtig zijn aan kapitaalvernietiging.
Eh, wacht even? Wist de Nederlandse overheid enkele jaren geleden niet al dat het bouwen van kolencentrales – hoe nieuw en ‘schoon’ ook – niet past in verantwoord energiebeleid dat aankoerst op een transitie naar duurzame energie? Heeft het kabinet nooit gehoord van anticiperen, het aangeven van een richting? Kennelijk is de lobby van de Duitse giganten indertijd aardig gelukt…
Afijn, ook deze teleurstelling heb ik inmiddels al verwerkt en toegevoegd aan een lange, lange reeks. Eigenlijk had ik niet anders verwacht, na meer dan twintig jaar observatie van het klimaatcircus. Het enige wat me ondertussen nog boeit is de vraag wanneer eindelijk het zogenaamde tipping point gaat optreden: het moment dat het aantal successen het aantal teleurstellingen overstijgt. Ik hoop dat ik dat nog mag meemaken.
27 september 2015