Na lezing van Joris Luyendijks Dit kan niet waar zijn en van vele artikelen in kranten en weekbladen over de staat van de wereldeconomie en het financiële stelsel, snap ik eindelijk hoe de vork in de steel zit.
Veel mensen zijn gefrustreerd over de ongrijpbaarheid van het economisch en financieel systeem. Ondanks de crisis van de afgelopen jaren kennen topmensen uit de bankenwereld en het bedrijfsleven zichzelf weer torenhoge bonussen toe. Ondanks wettelijke afspraken incasseren zij – en anderen – wederom krankzinnig hoge salarissen. Het schaduwbankieren, lees: speculeren met andermans geld, groeit weer als vanouds. Legaal wel te verstaan.
En dat terwijl de gemiddelde musicus zo’n tweederde van het minimumloon bij elkaar weet te schrapen; mensen in de zorg steeds zwaarder belast en onderbetaald worden; schoonmakers en veel andere gedwongen zzp-ers moeten knokken voor een vast contract; onderwijzers, leraren en artsen zich stukbijten op belachelijke controleformulieren en daardoor te weinig tijd hebben voor hun eigenlijke werk.
Een mooi voorbeeld is dit bericht op teletekst, een week of wat geleden: Veel kleine en middelgrote zorgondernemingen hebben het afgelopen jaar zoveel winst behaald dat de directeuren en bestuurders van deze instellingen zichzelf mooie bonussen hebben kunnen toekennen. Pardon? Een dag later staat in de krant dat weer zoveel thuiszorgmedewerkers zijn ontslagen, en hoor je om je heen hoeveel ouderen thuis zitten te creperen. (Zoals mijn eigen tante, godbetere het).
Ander voorbeeld, maandag 29 augustus op Radio 1: Dick Kleijer, secretaris van de Groninger Bodembeweging, verzucht dat het tijd wordt dat een onafhankelijke instelling de schadeclaims van door aardbevingen getroffen Groningers onderzoekt. “De NAM trekt achter de schermen nog steeds aan de touwtjes. Het is als een slager die zijn eigen vlees keurt. De overheidsgezant, Nationaal Coördinator Groningen Hans Alders, kan er niets tegen beginnen.”
En nog recenter: dinsdag 30 augustus meldt de pers dat de Europese Commissie de Ierse regering opdraagt alsnog 13 miljard euro aan niet-geïnde belasting te vorderen bij multinational Apple… Leuk geprobeerd, maar of het gaat lukken is zeer de vraag volgens commentatoren.
Snapt u het nog? Ik inmiddels wel. Leest u verder.
Bovenstaande zijn slechts enkele voorbeelden van de zegeningen van het neoliberalisme: alles moet door de markt worden opgelost. Oké, dat wist u al. Maar hoe is het in vredesnaam mogelijk dat dit denken niet alleen in het bedrijfsleven voet aan de grond heeft gekregen, maar ook in ons onderwijs, de zorg en de culturele sector, die daardoor systematisch worden uitgehold?
Tja, het is eigenlijk heel simpel. De moraal (?) van het bedrijfsleven en de bankenwereld heeft ons een spiegel voorgehouden en ons verblind. Door onze ijdelheid zijn we er met open ogen ingetrapt. Wat is er immers sexier dan rondrijden in een snelle auto en een hoop geld verdienen? Wat is er sexier dan een alfaman, een superindividualist, die het recht van de sterkste kan laten gelden? Wat is er sexier dan drie huizen en een jacht bezitten? (Ik laat de afgrijselijke ratrace binnen het bedrijfsleven maar even buiten beschouwing…). Geen wonder dat de conclusie was: zoals het bedrijfsleven functioneert, zo moet alles in de maatschappij gaan functioneren, want daar worden we allemaal rijk, sexy en gelukkig van. Veel mensen geloven het nog steeds, denken dat ze ‘erbij’ horen door in hun eentje te ploeteren en zijn te onnozel om lid te worden van een vakbond. Waardoor ze zich tegen elkaar laten uitspelen en gemakkelijk slachtoffer worden van uitbuiting.
Het akelige is dat nationale overheden het neoliberale verhaal hebben ingedronken als ware het nectar. De afgelopen decennia hebben zij zich steeds verder teruggetrokken en steeds meer macht uit handen gegeven. Hooguit probeerden zij via aandeelhouderschap (sic!) nog wat invloed uit te oefenen. Het bedrijfsleven en de financiële wereld grepen de ‘oude’ macht volgaarne en begonnen diezelfde overheden te helpen met het opstellen van nieuwe wetten, zodat hun bedrijfsvoering zo soepel en voordelig mogelijk kon blijven verlopen. Daar hadden zij immers het meeste verstand van? Fijn hoor, dat die aardige overheid een handje heeft meegeholpen en niet moeilijk heeft gedaan over een beetje misgelopen belasting. Zo kon met publiek geld immers prettig gespeculeerd worden en de zakken van de happy few gespekt. Ontegenzeggelijk heel sexy.
Weliswaar kwam er protest. Maar toen kwam er iets merkwaardigs aan het licht. Het protest kwam namelijk, zo zei men, uit ‘de samenleving’. Kennelijk bestond die samenleving uit een aantal beroepsgroepen plus talloze bezorgde burgers. Eehh, wacht even? Horen overheid en bedrijfsleven/financiële instellingen dan niet bij de samenleving? Nee, niet meer. Niet in het moderne denken. In het moderne denken bestaan de overheid, het bedrijfsleven/financiële instellingen, en ‘de samenleving’ als drie aparte groepen naast elkaar. Het gaat zo: de overheid faciliteert het bedrijfsleven, douwt dat de ‘samenleving’ door de strot en probeert diezelfde ‘samenleving’ ertoe te bewegen toch vooral veel te consumeren. En o ja, op de juiste partij te stemmen. Want politici denken vanzelfsprekend in de eerste plaats aan zichzelf. De sexy alfaman, weet u nog, in dit geval met twitter account? Hij moet natuurlijk wel populair blijven…
Zouden overheid en bedrijfsleven/financiële instellingen wél bij de samenleving horen, dan zouden ze onmiddellijk in een identiteitscrisis terechtkomen. Want dan zou het ineens gaan om de vraag: wat is de plaats, de rol en functie van overheid en bedrijfsleven/financiële instellingen IN die samenleving? Hoe dragen zij bij AAN die samenleving? Oftewel: hoe kan publiek en privaat geld ingezet worden voor het publieke goed? (Niet te verwarren met: hoe kan publiek geld gebruikt worden voor private zakken?) Er zouden dissidente gedachten opkomen als: hoort een publieke overheid eigenlijk wel aandeelhouder te zijn in het private bedrijfsleven? Zijn onderwijs, wetenschap, de zorg en de culturele sector misschien beter af met transparante publieke financiering? Is het misschien verstandig om private ondernemingen en financiële instellingen te beperken in hun bewegingsvrijheid en ze flink belasting te laten betalen? Dat spekt namelijk de staatskas, zodat heel misschien de musicus en de thuiszorgmedewerker weer boven de armoedegrens kunnen leven? (Toegegeven, zij zijn een stuk minder sexy).
Helaas, het probleem is dat nationale overheden dan hun tanden zullen moeten laten zien, uit het bedrijfsleven moeten stappen en weer zelf wetten moeten maken. En wel strenge – teneinde het speculeren met andermans geld een halt toe te roepen, belastingen te innen (ook bijvoorbeeld op brievenbusfirma’s en flitskapitaaltransacties), witte boorden achter de tralies te zetten en wat dies meer zij. En dat durven politici niet, want a) dat is niet erg sexy, b) het zou kunnen betekenen dat ze niet herkozen worden, of c) na hun politieke loopbaan niet als commissaris in het bedrijfsleven aan de slag kunnen.
Oei, ja, dat gaat uiteraard een brug te ver. Dan laten we alles maar bij het oude en blijven gezellig in kringetjes ronddraaien. De ‘samenleving’ betaalt wel. Toch? Tot de boel ontploft. Lekker sexy.
31 augustus 2016