Marijke van Duin

Oecumene en klimaatverandering

Oecumene en klimaatverandering

Het woord ‘oecumene’ duidt de onderlinge samenwerking van christelijke kerken aan, zowel nationaal en regionaal als wereldwijd. In ons land zijn de meeste kerken lid van de Raad van Kerken in Nederland, een overlegorgaan met diverse beraad- en werkgroepen. Dat zijn de Protestantse Kerk in Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk (Nederlandse bisdommen), en een aantal kleinere kerken. Zo ook de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, oftewel de doopsgezinden in Nederland. Tot die laatste groep behoor ik.

Naast de landelijke raad zijn er zijn ook kleinere raden van kerken, bijvoorbeeld in de grote steden en in provincies.

Wat doet de Raad van Kerken (RvK)? De RvK treedt in overleg met de overheid over zaken die de kerken rechtstreeks aangaan, maar ook over zaken die de kerken ter harte gaan, bijvoorbeeld de armoede- en vluchtelingenproblematiek. Uit onderzoek is gebleken dat het vooral de kerken zijn die mensen met problemen op die terreinen opvangen. In kerkelijk jargon heet dat werk ‘diaconaat’. De RvK wijst er dan bijvoorbeeld op dat de overheid haar eigen taak laat liggen, en die te gemakkelijk afwentelt op de kerken.

Getuigenis

Naast het diaconaat is er ook zoiets als ‘getuigenis’. Dat betekent het ‘laten horen van je stem, vanuit je overtuiging’. Zo hebben tientallen religieus leiders in Nederland onlangs (november 2018) een brandbrief gestuurd aan de Nederlandse regering over de abominabele situatie in Jemen. Zij vragen de Nederlandse regering zich meer in te spannen voor een staakt-het-vuren daar en om hulpverlening mogelijk te maken.

Ook heeft de RvK een werkgroep op het gebied van milieu/ecologie en klimaat. In 2015 werd, in de aanloop naar de klimaattop in Parijs, door deze werkgroep een ronde-tafeloverleg georganiseerd voor allerlei belanghebbenden in Nederland vanuit de politiek, het bedrijfsleven, milieu- en jongerenorganisaties.

Naast dit soort zaken op het snijvlak van kerk en samenleving onderhoudt de oecumene actief banden met andere religies. Zo zijn er alleen al in Nederland diverse overlegplatforms waar christelijke, islamitische, joodse en andere religieuze organisaties aan deelnemen. Dit werk is belangrijk, niet alleen om de eigen ‘waarheid’ te relativeren, maar vooral om tot een goede onderlinge verstandhouding te komen en elkaar te helpen in een land waar het niet hebben van een geloof de norm is geworden. Ook kunnen vooroordelen in de samenleving, als ‘alle moslims zijn potentiële terroristen’, of ‘alle joden zijn op geld uit’, op die manier bestreden worden.

Europa

Het bovenstaande schetst heel in het kort de situatie in Nederland. Maar ook Europees en wereldwijd is de oecumene actief. Zo zetelt in Brussel en Straatsburg de Conferentie van Europese Kerken (CEC), zeg maar de Europese RvK. Deze organisatie telt 114 lid-kerken uit heel Europa, inclusief Rusland. Dat zijn voornamelijk orthodoxe, protestantse en anglicaanse, en een aantal kleine kerken. De Rooms-Katholieke Kerk (Conferentie van Europese Bisschoppen) is geen lid, maar werkt wel nauw samen met de CEC.

Ook de CEC heeft, net als de Nederlandse RvK, een aantal programma’s op het gebied van godsdienstvrijheid, vluchtelingen/migratie, armoedeproblematiek/arbeidsmarkt, en ecologie/economie. Zo werd in 1998 vanuit de CEC het Europees Christelijk Milieunetwerk (ECEN) opgericht. In dat netwerk komen onderwerpen aan de orde als klimaatverandering, ecotheologie, biodiversiteit/natuurbescherming, milieueducatie, levensstijl-transitie en nog veel meer. In de loop der jaren heeft ECEN heel wat brieven richting de Europese instellingen gestuurd met de oproep om tot beter klimaatbeleid te komen.

Ethisch

Niet alleen dit soort grote onderwerpen staat op de agenda van de Europese oecumene, maar ook een deelterrein als gentech. Over dat onderwerp wordt in werkgroepen intern overlegd – wat vinden christenen in Europa eigenlijk van genetische manipulatie? Welke grenzen zouden daarbij gehanteerd moeten worden? Uiteraard is dit terrein in ontwikkeling en een volledig eensluidend oordeel zal waarschijnlijk nooit gevonden worden. Maar het is van belang dat het proces van meningsvorming plaatsvindt. Zowel voor de kerken/christenen/consumenten(!) zelf, alsook voor de instellingen die hierover besluiten moeten nemen. Want zij doen een beroep op organisaties als de CEC voor ethisch advies.

Zo treedt de CEC treedt regelmatig in overleg met de Europese instellingen, zoals het Europees Parlement en de Europese Commissie. Dat overleg gaat twee kanten op: de CEC laat zich informeren over de laatste stand van zaken betreffende een bepaald onderwerp, en brengt op gezette tijden haar standpunt naar voren tijdens expert-meetings. Hoewel een aantal landen in Europa sterk geseculariseerd is, zoals Nederland, geldt dat niet voor alle Europese landen. Daardoor is er in de Europese politiek nog enig ‘oor’ voor het geluid uit religieuze hoek.

Wereldwijd

In nog wat grotere mate geldt dat laatste voor de wereld als geheel. Zo’n 85% van de wereldbevolking noemt zichzelf religieus en behoort tot een bepaalde religieuze groepering. In Nederland wordt dat vaak vergeten. Daardoor halen de meeste oecumenische activiteiten nooit ‘het nieuws’ in ons land – er is simpelweg geen aandacht voor, het wordt genegeerd of gebagatelliseerd. Wereldwijd ligt dat iets anders.

In Genève zetelt de Wereldraad van Kerken (WvK). Deze organisatie, opgericht in 1948 in Amsterdam, heeft met zo’n 350 lid-kerken uit meer dan 120 landen een achterban van ruim 550 miljoen mensen. En er wordt nauw samengewerkt met de Rooms-Katholieke Kerk, zodat de twee organisaties samen kunnen bogen op een achterban van een kleine twee miljard mensen. Die samenwerking is ook inhoudelijk: zo werd aan de totstandkoming van de pauselijke ‘klimaat’encycliek Laudato Si’ (2015) achter de schermen meegewerkt door de WvK.

Grofweg werkt de WvK op dezelfde wijze als de Nederlandse en de Europese oecumenische instellingen. Maar de WvK heeft ook nauwe banden met de Verenigde Naties, onder meer via een permanent ‘verbindings’-kantoor in New York. Stafleden van de WvK, zoals de algemeen secretaris, zijn daarnaast vaste deelnemers aan bijeenkomsten als het World Economic Forum in het Zwitserse Davos.

Klimaatverandering

Het voert te ver om in dit artikeltje alle activiteiten van de WvK op te sommen. Ik zal hier slechts ingaan op het programma rond klimaatverandering, omdat ik daar zelf bij betrokken ben. De WvK heeft klimaatverandering al vele decennia op haar agenda staan. Zo staat de WvK mede aan de wieg van de UNCED in 1992: de eerste VN-conferentie op het gebied van de samenhang tussen economie en ecologie. Tijdens die conferentie in Rio de Janeiro is het begrip ‘duurzaamheid’ geboren: alle menselijke activiteiten zouden de leefbaarheid van de aarde in acht moeten nemen, nu en voor toekomstige generaties.

In de aanloop naar de UNCED werd de UNFCCC overeengekomen, de United Nations Framework Convention on Climate Change. Dit verdrag is de basis van de internationale klimaatonderhandelingen die een paar jaar later van start gingen. De meeste mensen zullen zich nog de grote klimaattop in Kopenhagen (2009) herinneren, en die in Parijs (2015), die geleid heeft tot de Parijse klimaatovereenkomst. Deze conferenties waren respectievelijk COP 15 en COP 21 (COP betekent Conference of the Parties – oftewel de deelnemende 197 landen). Dit jaar, in december 2019, zal in Madrid de 25e aflevering van de klimaatonderhandelingen plaatsvinden, oftewel COP 25.

Klimaatwerkgroep Wereldraad

De WvK is vanaf het begin op verschillende manieren bij de klimaatonderhandelingen betrokken geweest. Leden van de klimaatwerkgroep van de WvK zijn aanwezig als ‘observers’, spreken met delegatieleden, organiseren eigen inhoudelijke bijeenkomsten (zogenaamde side-events) en brengen zoveel mogelijk het standpunt van de WvK naar voren. Daarnaast wordt ieder jaar een statement uitgesproken in een plenaire zitting van de COP. In 2015 werd de oecumenische inbreng ondersteund door de een paar maanden eerder uitgekomen pauselijke encycliek Laudato Si’. Ook wordt door de WvK tijdens de COPs samengewerkt met andere wereldreligies.

Wat is het standpunt van de WvK ten aanzien van klimaatverandering? De WvK vindt dat de wereld zo snel mogelijk moet omschakelen naar duurzaamheid. Met andere woorden: de leefbaarheid van de aarde, nu en voor toekomstige generaties, moet bewaakt en bewaard worden. Dat heeft vergaande implicaties. De wereldeconomie zoals wij die nu kennen zal drastisch aangepast moeten worden; het gebruik van fossiele brandstoffen zal zo snel mogelijk afgebouwd moeten worden, en de arme landen – die het meest te lijden hebben onder klimaatverandering – moeten gecompenseerd en geholpen worden. Bovendien wil de WvK, het christelijk evangelie indachtig, de zwaksten in de samenleving zoals inheemse bevolkingen en de allerarmsten, een stem geven. Zij hebben vaak niets in te brengen in de internationale (klimaat)arena, en/of worden niet gehoord. Kortom, de WvK pleit voor klimaat-rechtvaardigheid. De WvK ziet klimaatverandering dan ook, en zelfs in de eerste plaats, als een ethisch vraagstuk.

De laatste jaren wordt de interreligieuze samenwerking tijdens de COPs steeds belangrijker. Dat wordt gewaardeerd door de VN, en heeft geleid tot de instelling van een ‘interreligeus verbindingskantoortje’ bij het secretariaat van de UNFCCC. Het lijkt erop alsof de inbreng vanuit de wereldreligies sowieso meer impact krijgt: ook de nationale delegaties beginnen er achter te komen dat een puur financieel/economische benadering van klimaatverandering te begrensd is. De arme landen voelen zich daarnaast gesteund door de opstelling van de wereldreligies.

De WvK werkt in het klimaatdossier ook samen met seculiere milieu- en klimaatorganisaties, die een eigen platform hebben in CAN-International (Climate Action Network). Deze organisaties hebben vaak uitstekende mensen in dienst die goed op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen.

Wat betekent dat alles voor de westerse leden van de klimaatwerkgroep van de WvK? Wij Europeanen (ik ben de enige Nederlander), Amerikanen en sommige Aziaten, zitten in zekere zin tussen twee vuren. Wij dragen uiteraard het standpunt van de WvK uit, niet alleen tijdens de klimaatonderhandelingen, maar ook ‘thuis’. Dat blijkt in een land als Nederland heel lastig te zijn. Ons land is immers gewend alles vanuit economisch perspectief te bekijken, ook op het internationale toneel. En in eigen land wordt uitsluitend gefocust op het nationale klimaatakkoord-in wording, met name op de vraag wie welke rekening van de duurzaamheidstransitie zal moeten gaan betalen. Dat klimaatverandering ook en vooral een ethisch vraagstuk is, krijgt hier nauwelijks aandacht. Dat een land als Nederland de morele plicht heeft om arme landen schadeloos te stellen voor reeds geleden klimaatschade, en deze landen daarnaast financieel zou behoren te ondersteunen – niet alleen voor adaptatie (aanpassing aan klimaatverandering) maar vooral voor (echt) duurzame ontwikkeling – is amper bespreekbaar. Daarom voel ik mij, net als mijn westerse collega’s in de klimaatwerkgroep van de WvK, regelmatig een roepende in de woestijn. Maar we houden vol!