Mijn moeder woont sinds 2009 in een serviceflat. Goed onder dak, dachten we.
Het heeft welgeteld twee jaar jaar geduurd. Twee jaar, waarin ze kon bijkomen van het overlijden van mijn vader. Het alarmeringssysteem, nachtbewaking, een huismeester om klusjes te doen en dagelijks verse maaltijden uit de eigen keuken, gaven rust. Het prijskaartje was redelijk.
Helaas. Het pand bleek eigendom te zijn van een obscure woningbouwvereniging die door mismanagement in financiële problemen kwam. Gelukkig werd zij van de ondergang gered dankzij een overname door woongigant Vestia.
Helaas. Een half jaar later begon het Vestia-schandaal. Deze corporatie had publiek(!) geld geïnvesteerd in verdachte financiële ‘producten’. (Hoe financiële dienstverlening een product kan zijn is me een raadsel, maar dit terzijde). De directeur had vele miljoenen verduisterd – het verhaal is bekend. Vestia moest zwaar bezuinigen.
Het leidde tot het ‘strippen’ van alle service in Vestia’s ouderenflats. In de serviceflat van mijn moeder werd al het personeel ontslagen: de kok, de huismeester, de nachtwakers, de dames van de receptie. Van de ene op de andere dag hadden de bewoners, onder wie vele negentig-plussers, geen enkele voorziening meer. Ook mijn moeder moest overstappen op externe alarmering, en het ergste: vieze magnetronmaaltijden. Voortaan woonde ze in een gewone flat en betaalde ze alleen huur.
Groot was onze opluchting toen na een jaar of drie het bericht kwam dat de voormalige serviceflat zou worden overgenomen door ECR: European Care Residences. Een organisatie die al vele jaren werkzaam was op het gebied van ouderenzorg. Er werd ons verzekerd dat alle service terug zou komen. Hoera!
Helaas. Eerst moest het oudste gedeelte van het gebouw gesloopt worden en opnieuw opgebouwd, conform de ECR-standaard. Er zou een nieuwe keuken komen (terwijl de oude nog prima was), een luxe restaurant, café en nieuwe appartementen. Het zag er op papier prachtig uit, maar ging wel een paar jaar duren. Ter inspiratie werden er alvast weer serviceprijzen ingevoerd, en enige tijd later(!) was er inderdaad weer een nachtwaker en ging de receptie open. Dat kostte ‘slechts’ zo’n 350 euro per persoon per maand…
Na een paar jaar geduld en vreselijke bouwoverlast voor de bewoners, was de nieuwe vleugel van het gebouw eindelijk klaar. Er werden informatiebijeenkomsten gehouden over de zorg die geboden ging worden, met bijbehorend kostenplaatje. Dat was niet mals. Met name mensen die in de nieuwbouw zouden gaan wonen zouden de hoofdprijs gaan betalen. De nieuwe vleugel zag er, eerlijk is eerlijk, schitterend uit. Wel fluisterde een stemmetje diep van binnen: ‘Waar betalen ze dat in godsnaam van?’…
Helaas. Mijn intuïtie is juist gebleken. Er is helemaal niets opgestart. Hooguit komt er af en toe iemand revalideren in de nieuwe zorgafdeling. Maar daar hebben de gewone bewoners niets aan. Het restaurant is met veel moeite één dag per week open, en biedt nauwelijks beter voedsel dan de tafeltje-dekje-maaltijden die mijn moeder onderhand de strot uitkomen. Ondertussen worden de dames van de receptie geacht achter de tweede, nieuwe, balie te gaan zitten in de vrijwel lege nieuwe vleugel. Keeping up appearances…
Het laatste nieuws is dat faillissement van ECR op het laatste nippertje is afgewend via een overname door de zogenaamde Blueprint Group. Op de website van deze organisatie wordt de ambitie uitgesproken binnen een paar jaar de grootste Nederlandse aanbieder te zijn van ‘verzorgd’ wonen. Klinkt mooi. Maar de bittere realiteit is dat ‘service’flatbewoners volledig overgeleverd zijn aan de grillen van private investeerders, die ongetwijfeld uit zijn op de portemonnee van Nederlands’ rijke(re) ouderen. Er moet immers winst gemaakt worden? En dat, god betere het, in samenwerking met zorgverzekeraars…
Wat betekent dit voor ons als familie? We zullen om te beginnen wéér moeten afwachten of er überhaupt enige service en/of zorg terugkomt. Vervolgens staat te bezien of mijn moeder die dan kan betalen. Deze onrust is heel slecht voor haar gezondheid – en die van alle andere bejaarden in vergelijkbare situaties. Duidelijk is dat door dit soort perverse privatisering de tweedeling tussen arm en rijk onder Nederlandse bejaarden keihard toeslaat. In elk geval ben ik blij dat mijn moeder tenminste ‘gewone’ huurbescherming geniet.
Voor mij persoonlijk betekent het voorlopig nóg geen vrije weekenden: al ruim zes jaar kook ik ieder weekend voor mijn moeder, zodat ze in elk geval af en toe verse maaltijden heeft. Wat voor impact dat heeft op het leven van een drukbezet zzp-er hoef ik waarschijnlijk niet uit te leggen…
Rest mij één hartenkreet: waar blijft de overheid??? Wanneer wordt het misbruik van publiek geld EINDELIJK een halt toegeroepen en de uiterst dubieuze zorgprivatisering teruggedraaid? Wanneer zorgt de overheid voor passende en betaalbare voorzieningen voor ALLE ouderen? Deze mensen hebben met keihard werken en spaarzaam leven Nederland na de Tweede Wereldoorlog opgebouwd. Ze hebben hun hele leven belasting betaald en niet zo’n beetje ook. Nu trekt de overheid zich terug en krijgen ze stank voor dank. Wat een rotland.
juli 2018
Marijke van Duin, Amsterdam